vrijdag, november 30, 2007

Guyana besteedt de bescherming van zijn tropisch woud uit aan Groot-Brittanië


Het Engelstalige 'Caraïbische' land in Latijns-Amerika Guyana is het enige land op dat continent dat lid is van het Britse Commenwealth. Guyana lanceerde onlangs een interessant voorstel: ze willen een belangrijk regenwoud onder beheer brengen van een industrieland (bij voorkeur de UK), tegen betaling, om het permanent te beschermen. Dit in het kader van de klimaatonderhandelingen. Het gaat om het gebied rond Iwokrama. Dit is interessant, want er is behoefte aan nieuwe manieren om het bos in het zuiden te beschermen. 20% van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen wordt immers veroorzaakt door ontbossing. Het voorstel van Guyana zou een interessante insteek voor de conferentie in Bali kunnen zijn.


woensdag, november 28, 2007

Andamanen willen niet langer vakantiekolonie voor ambtenaren zijn

PORT BLAIR, 28 november 2007 (IPS) - Het leek nochtans een goed idee. Om de bevolking van de Andamanen en Nicobaren, een archipel in de Golf van Bengalen, na de tsunami van 2004 aan een inkomen te helpen, begon India massaal ambtenaren op vakantie te sturen naar het tropische eilandenparadijs. De bewoners en ook lokale touroperators zien de Indiërs intussen liever gaan dan komen.

(door Pankaj Sekhsaria)

De Andamanen en Nicobaren zijn bedekt met ongerepte wouden en hebben enkele van de mooiste stranden en koraalriffen op aarde. De eilandbewoners houden zich traditioneel bezig met houtvesterij en landbouw. Hoewel de archipel dichter bij Thailand en Birma ligt, gaat het om Indiaas grondgebied en de Indiase overheid is er ook een belangrijke werkgever.

De tsunami van 2004 bracht de eilandeconomie een zware klap toe. Om de lokale bevolking te helpen begon de overheid met het programma “Vitamin Sea” om meer toeristen te lokken. De cijfers wijzen op een succes. In 2006 bezochten 100.000 toeristen de eilanden en hun aantal wordt dit jaar op 150.000 geschat.

Toch zijn het uitgerekend de mensen die hier hun voordeel bij moeten doen, de eilandbewoners en de lokale touroperators, die op 27 september, Werelddag van het toerisme, in de straten van de hoofdstad Port Blair lucht gaven aan hun ongenoegen. De meeste toeristen zijn Indiase ambtenaren die worden overgevlogen met tien door de overheid gesubsidieerde vluchten per dag. “LTC-toeristen” worden ze smalend genoemd, naar de “leave travel concession”, de vakantie de ze krijgen van vadertje staat.

Volgens de lokale Kamer van Koophandel spenderen de LTC-toeristen weinig geld, maar vormen ze wel een zware last op de watervoorziening en de infrastructuur en nemen ze de plaats in van de commercieel interessantere, buitenlandse toeristen. In de zomer van dit jaar kwam in sommige wijken van Port Blair maar één dag op vijf water uit de kraan. In het nabijgelegen Hotel Megapode werden de gasten vriendelijk verzocht ook hun duit in het zakje te doen Voor hen was er water van zes tot tien, ’s ochtends en ’s avonds.

“De informele toeristische sector kan iets bijverdienen dankzij de LTC-toeristen, maar de professionele privé-ondernemers in het toerisme zien hun inkomsten dalen”, zegt journalist Zubair Ahmed. Sanjay Ray, eigenaar van een hotel op Havelock Island, bevestigt: “De Indiase toeristen leveren ons niets op. 80 procent van onze inkomsten komen van buitenlandse toeristen.”

Niet iedereen vindt dat de overheid fout bezig is. “Ik ben verbaasd door die protesten op de Andamaneilanden”, zegt Nina Rao, een in New Delhi gevestigde experte. “Ik dacht dat iedereen het recht had om toerist te zijn, dat het een democratische verworvenheid was.”

De overheid schijnt begrepen te hebben dat het LTC-toerisme ongewenste neveneffecten heeft. Onlangs weigerde ze de 1,6 miljoen werknemers van de Indiase spoorwegen te laten deelnemen aan het LTC-programma. Tegelijk blijft er een sterke druk bestaan om de toeristische sector uit te bouwen. Als grote voorbeeld geldt het Thaise Phuket, dat slechts 500 kilometer verderop ligt en dat elk jaar een miljoen toeristen trekt.

IPS(MC, PD)

maandag, november 19, 2007

De groene sleutel

In Nederland wordt niet meer gediscussieerd over de vraag of kwaliteitslabels zin hebben om toerisme duurzamer te maken. Daar omarmen ze enthousiast de internationale bedrijfsnorm green key - een keurmerk voor (vooral) ecologisch verantwoord toerisme. 21 hotels, 19 'hostels' en 123 campings hebben 'de groene sleutel' gekregen. In België tot op vandaag slechts 9 campings.

Uit de toelatingscriteria: "voor alle bedrijven geldt dat zij moeten voldoen aan alle verplichte normen en een aantal optionele normen. De verplichte normen zijn basis milieunormen, zoals het registreren en besparen van gas, water en elektra en het verminderen van de hoeveelheid (rest)afval. De optionele normen gaan een stap verder. Hieronder vallen maatregelen zoals het gebruik maken van duurzame energie, milieubewuste schoonmaakmiddelen of het zelf zuiveren van afvalwater." Sociale criteria zijn er helaas niet bij, ook al zijn die in een land als Nederland wellicht minder nodig.

vrijdag, november 16, 2007

Blijf op de hoogte of doe mee!

Wil je op de hoogte blijven van nieuwe berichten op dit blog? Heb je ideeën of ervaringen rond duurzaam toerisme? Kom je regelmatig interessante linken tegen die hier thuishoren? Of wil je zelf wel eens een bijdrage posten?
Het kan allemaal: stuur een mailtje naar de moderator en je krijgt snel een uitnodiging in je mailbox.

Tortugero: Duurzaam toerisme is soms (on)aangename keuzes maken.

Reisbegeleidster Sarah Mouton was tijdens de afgelopen zomer met haar groep in Costa Rica. Eén van de 'must sees' op deze reis is de aankomst van de schildpadden op het strand van Tortuguera. Toen ik er 6 jaar geleden was was de druk van het toerisme ook al heel voelbaar. De nood aan een degelijke omkadering en beheersing van de bezoekcijfers is er alleen maar dringender op geworden...

"In Costa Rica moest een van de hoogte punten van onze reis ‘la aribada’ (de aankomst) van de schildpadden zijn. Dit is het fenomeen waarbij zeeschildpadden ’s avonds en ’s nachts aan land komen om op het strand eerst een kuil te graven en daarna zo’n 100-tal eitjes te leggen, de kuil terug af te dekken en terug te keren naar de diepten van de zee. Ik denk dat iedereen de beelden wel kent van op National Geographic! Dus wilden wij dit ook wel eens live zien."

In het dorpje Tortugero is er een volledig project opgericht om dit bezoek in goede banen te leiden. Hierbij is rekening gehouden met alle betrokken partijen. Alle partijen, dat zijn; de toeristen, de natuur en de lokale bevolking / economie. Er is een systeem opgezet waarbij toeristen in groepjes van 10 personen elk om beurt op het strand mogen om een kijkje te nemen. Je groepje mag pas het strand op als een ranger via een zender het sein hiervoor heeft gegeven. Je groepje moet steeds in het gezelschap zijn van een erkende gids. Er wordt aan veel gedacht, geen witte kledij, geen zaklampen, geen fototoestellen, omdat al deze elementen de dieren in de war kunnen brengen en dus de impact op hun natuurlijke habitat zouden vergroten. Zo zijn ze bijvoorbeeld, door het fotograferen (met flits) letterlijk het noorden kwijt en kunnen zo niet onmiddellijk de zee terugvinden.

Het opwachten van de ‘aribada’ gebeurt eerst met een uitleg over de soorten dieren, hun leefwijze en broedgedrag, het project, hoe het ontstaan en gegroeid is tot wat het vandaag is.
Vroeger kwamen de toeristen ook al kijken naar de aankomst, maar dit gebeurde volledig ongecontroleerd, iedereen liep ’s avonds op het strand en er was geen controle wat er werd gedaan met de beesten of hun nesten (stropers zijn ook vandaag nog een groot probleem – de eieren zouden een bepaalde afrodisiac werking hebben) en zo werd er heel wat schade aangebracht aan de leefwereld van deze schildpadden.
Het bezoek en de gids kosten ons elk 15$ waarvan 30% rechtstreeks naar de logistiek van het project gaat.

Toeristenval

Het klonk allemaal zeer goed, en het leek me een goed evenwicht tussen alles. Ik schrijf ‘leek’, want toen om 21.30 (volgens de gids volledig ongewoon) nog geen enkele schildpad te bespeuren was. Vertelde hij dat we met de boot iets verder moesten gaan tot waar er enkele aan land waren gekomen om hun eieren te leggen. Wat hij er niet bij zei, was dat het om één enkele schildpad ging en dat alle andere bezoekers daar ook aanwezig zouden zijn (ongeveer 200 personen)! Een massagebeuren! De redenen waarom ze dit project hadden opgestart leken leugenachtige beloftes. Het was een onaangename plaats om te zijn en we wilden niet meedoen aan deze opvoering!

Wij waren in de ‘toeristen val’ getrapt! Na de hele vertoning (een stoet van 200 mensen achter één prachtige schildpad die haar weg terug zoekt naar de zee) spraken we met onze gids en uitten we onze verontwaardiging. We hadden liever met pijn in het hart een avond gehad zonder schildpadden dan hieraan te moeten deelnemen. Hij bleef zich maar excuseren dat toeristen als ze betaald hebben écht wel een schildpad willen zien! Hij was net als alle andere gidsen bang voor de ‘slechte’ publiciteit als de toeristen geen schildpad te zien kregen, bang om ons te zeggen dat we ons geld dan niet terug zouden krijgen, maar dat het dan werd gezien als steun aan het project. Bang om zijn inkomsten te zien verdwijnen. Met de groep maakten we hem duidelijk dat het voor ons geen probleem zou zijn, en ook niet voor onze andere groepen, als we ons geld niet zouden terugzien. Alles liever dan dit circus!
Met de groep hadden we de dag daarna nog even een gesprek om na te gaan wat we nu konden doen met onze ervaring, en hoe we dit in de toekomst konden verhinderen. Vandaar dit artikel, met onze boodschap: als je naar de schildpadden gaat kijken doe het via een erkende organisatie of gids. Weet dat er een kans is dat je geen schildpadden zult zien en dat je hiervoor je geld niet terugkrijgt. Maak die keuze, om niet mee te doen met het massagebeuren. Vertel ook vooraf aan je gids dat je dit zeker niet wenst.


Meer weten?
http://www.cccturtle.org/

Sarah Mouton (in naam van de groep)

woensdag, november 07, 2007

Toerisme redder van biodiversiteit?

De Nederlandse uitgeverij ToerBoek uit Leiden is een samenwerkingsverband aangegaan met het Nederlandse comité van de International Union for the Conservation of Nature and Natural Recources (IUCN). IUCN werd opgericht in 1948. Het is de grootste wereldwijde natuurbeschermingsorganisatie en brengt landen, overheden en non-gouvernementele organisaties bij elkaar. UCN NL heeft in 2006 het Engelstalige boek ‘Destination conservation: protecting nature by developing tourism' uitgegeven.


Omdat Uitgeverij ToerBoek de ontwikkeling van duurzaam toerisme van groot belang acht en al diverse titels op dit gebied uitgebracht heeft, is besloten om de krachten met IUCN NL te bundelen. Met deze samenwerking willen beide partijen een breder publiek bereiken. ToerBoek zal daarom de verkoop en distributie van ‘Destination Conservation' gaan verzorgen. Het ‘Destination conservation' laat zien dat in veel gebieden waar de biodiversiteit in gevaar is, toerisme een uitkomst kan bieden. Vanwege de financiële middelen die toerisme met zich meebrengt wordt het vaak gezien als een redding voor de natuur.
Daarnaast zorgt toerisme voor een alternatieve bron van inkomsten voor de lokale gemeenschappen, wat de noodzaak om de natuur te exploiteren helpt verminderen. In dit boek worden deze aannames onder de loep genomen.

Het boek is gebaseerd op de ervaring die opgedaan is in 27 kleinschalige projecten die IUCN NL ondersteunde tussen 2004 en 2006. Het is verkrijgbaar bij de boekhandel of direct te bestellen bij Uitgeverij ToerBoek bv in Leiden (071) 523 67 23 of via www.toerboek.nl.

Informatie
‘Destination conservation'
Kike Olsder e.a.
ISBN: 978-90-75909-17-3
Prijs € 15,- inclusief btw en exclusief eventuele verzendkosten.