dinsdag, november 11, 2008

DESTRUCTIVE HILTON RESORT WINS PRESTIGIOUS INTERNATIONAL PROPERTY PRIZE

Het Bimini Bay Resort op de Bahamas bedreigt het levensonderhoud van lokale dorpen en heeft een vernietigend effect op het fragiele ecosysteem van het eiland. Zo belet het resort lokale bewoners de toegang tot hun eigen land en hun belangrijkste bron van inkomsten: de zee. Grote stukken kustlijn werden bewerkt, de zeebodem werd 'schoongeveegd' en baaien werden opgevuld met zout om plaats te maken voor luxueze appartementen, een casino een jachthaven voor 'mega-jachten.' De verzilting van belangrijke broedgebieden voor vis en zeeslakken zorgt ervoor dat deze soorten in sneltreintempo verdwijnen. Net die soorten waarop lokale vissers sinds mensenheugenis jagen. En precies dit project wint een prestigieuze internationale prijs, de "CNBC International Property Awards." Voor het hotel-onderdeel tekende Hilton samen met de exlusieve keten van Conrad hotels in Brussel een overeenkomst met ontwikkelaar Capo groep.


vrijdag, oktober 03, 2008

Hotels in Uganda moeten zich voortaan schikken aan nieuwe CAO

Het moet niet altijd slecht nieuws zijn. Soms wordt er echt vooruitgang geboekt. Het Uganda hotels, voedsel, toerisme en aanverwante werkers vakbond (UHFTAWU) slaagde erin te komen tot een collectieve overeenkomst met 's lands belangrijkste koepel van hoteleigenaren. De strijd voor een nationale overeenkomst met de werknemers was een vakbondsprioriteit sinds 2001 met zware conflicten en rechtszaken tegen verschillende belangrijke hotels. De nieuwe CAO geldt voor alle hotels die lid zijn van de koepel.

donderdag, september 25, 2008

Sheherazades weblog oftewel duurzaam toerisme in Marokko

In dit boek uit 2006 van Fatima Mernissi dat pas vertaald werd in het Nederlands geeft de Marokkaanse sociologe blijk van een aanstekelijk optimisme. Ze schreef dit boek enerzijds om Marokkaanse jongeren een hart onder de riem te steken en anderzijds om westerse toeristen te laten zien dat Marokko meer te bieden heeft dan oude Keizersteden en woestijnlandschappen. Spijtig genoeg is 'Sheherazades weblog' niet zo goed geschreven als haar andere boeken. De kans op ergernissen is ook niet gering gezien haar nogal stoeferig kokketeren met de prijzen die ze kreeg. Ook het hoge gehalte aan voluntarisme waarmee ze de mensen die ze aan het woord laat op een voetstuk plaatst heeft soms iets gênant. Uit de tekst blijkt gelukkig dat al deze mensen die iets bijzonders hebben gerealiseerd meestal beter weten dan zij hoe de wereld in elkaar zit en met meer realiteitszin hun ding doen. Daarom heeft haar bij wijle essayistisch betoog over de veronderstelde link tussen satellietschotels, traditionele tapijtweverij, internet en civiele maatschappij vooral een documentaire waarde. Een boek om wel degelijk in je reistas te steken als je Marokko bezoekt. En oh ja, neem dan vooral ook "het verboden dakterras" of één van Mernissi's andere boeken mee.



Fatima Mernissi gelooft dat satellietschotels de traditie van het verhaal terug hebben gegeven aan het volk. Ze verwijst daarmee naar nieuwe Arabische soaps die regelmatig heikele onderwerpen aansnijden en grenzen verleggen in de conservatieve samenlevingen van de Maghreb. Een stelling waarmee nogal gemakkelijk wordt geschermd, maar het is natuurlijk niet het volk dat de scenario's van dergelijke verhalen schrijft. Het valt echter niet te ontkennen dat soapseries zaken kunnen losmaken. De auteur heeft het ook over de fameuze Moudawana, de vooruitstrevende Marokkaanse familiewet die in 2004 gestemd werd. Ze vermeldt er echter niet bij dat de wet nauwelijks wordt toegepast, enerzijds omdat rechters onwillig zijn en anderzijds omdat arme plattelandsvrouwen, die er het meest baat bij hebben, de wet niet kennen. Het is een lang proces omdat de weerstanden groot zijn. Volgens de coördinator van Badès, een marokkaanse ngo uit Al-Hoceima, kan het nog 15 jaar duren voor de wet echt ingeburgerd is.



Burgerinitiatieven en democratie

Toch beweegt er heel wat in de Marokkaanse maatschappij. En dat heeft niet weinig te maken met het volkse verlangen naar meer inspraak. Net zoals Amartya Sen verwijst Mernissi naar voorbeelden uit de Afrikaanse geschiedenis om aan te tonen dat de democratie geen "bijna unieke genetische eigenschap is van de Europeanen en hun Griekse voorouders," dat m.a.w. de bewering dat democratie alleen in Europa kon ontstaan een volbloed mythe is. Eén van haar argumenten is het feit dat de Marokkaanse overheid jarenlang de oprichting van verenigingen tegenhield. "Samenwerkende burgers, daar houden despoten niet van die het monopolie van de macht aan de top van de hiërarchie willen behouden." De democratische verzuchting van het volk om een zeg te hebben in het beleid kan ook lang onderdrukt worden door onwillige heersers. Alexis de Tocqueville zei het al in de 19e eeuw: "Het despotisme, dat van nature al angstig is aangelegd, zal er om zich veilig te voelen alles aan doen om mensen te isoleren: een despoot vergeeft zijn burgers tamelijk eenvoudig dat ze hem niet zien zitten, als ze elkaar ook maar niet zien zitten."

Ter illustratie haalt Mernissi vele burgerinitiatieven aan. Die ontstaan overal in het land en maken met hun democratiserende en educatieve werking dat mannen en vrouwen nader tot elkaar groeien. "Solidariteit heeft een nieuw gevoel voor eigenwaarde, niet alleen aan wie geholpen wordt maar ook aan de mensen die zich inzetten." Om zeker te zijn dat we haar goed begrijpen voegt ze er aan toe: "Ga nu niet roepen dat de solidariteit voort komt uit de solidariteit van familieclans, want dan zou u de revolutionaire draagwijdte van deze explosieve groei aan burgerzin ontgaan!"


Tapijten en het internet

Nog een opmerkelijke vaststelling van de auteur: "de kolonisatie (hoe wreed die ook was) heeft ertoe bijgedragen dat we beter naar onszelf zijn gaan kijken, dankzij de blik van de buitenstaander." En nog: "In Marokko hebben we buitenlanders nodig gehad, zoals die van generaal Lyautey, die een decreet ondertekende dat onder meer een staatsstempel instelde om de kwaliteit en authenticiteit van het Marokkaanse tapijt moest waarborgen." Het tapijt speelde een belangrijke rol in de herontdekking van het verleden en terwijl in het traditionele Marokko werd neergekeken op alle volkskunsten was er dus een buitenlander nodig om de waarde van de tapijtkunst te erkennen en daarmee de strategische rol van de plattelandsvrouwen als hoeder van het erfgoed. Natuurlijk kwam het de Fransen heel goed uit dat de gekoloniseerde mannen hun vrouwen sluierden. Zich losmaken van de traditie werd door de kolonisator als een bedreiging gezien. Dus werkten ze ook de bestendiging van de traditionele man-vrouw verhoudingen in de hand.

Maar tapijten zijn meer dan enkel een stuk volkscultuur en een uitdrukkingsmiddel voor analfabete vrouwen. Mernissi grijpt terug naar de oude reiziger Odysseus en de legende van de draad van zijn vrouw Penelope. Als Penelope niet was blijven weven tijdens zijn eindeloze reis, dan was Odysseus bezweken voor de charmes van Calypso, de wispelturige godin die verliefd was op de beroemde reiziger. Terwijl vrijers haar belaagden, haar zoon Telemachus bedreigd werd en ze jaren geen nieuws hoorde over haar man, volhardde Penelope en redde daarmee haar man en haar huwelijk. De belangrijkste functie van een mythe: hoe ons leven op orde krijgen in de chaos om ons heen. En dat doen duizenden Marokkaanse vrouwen net zoals Penelope, weven om grip te krijgen op de wereld om hen heen. Zo weven vele van deze vrouwen ware kunstwerken en kunnen ze zich een behoorlijk en consistent inkomen verwerven. De cijfers bewijzen het: in de jaren '80 was Marokko wereldwijd de vijfde producent van handgeknoopte tapijten, net na veel grotere landen als Iran, India, pakistan en China. Daarmee is meteen de moderne mythe ontmaskerd van de zogenaamde improductiviteit van vrouwen.

Tijdens haar gesprekken met de weefsters contempleert Mernissi de kracht van gewone mensen (vrouwen) die nog niet gemoderniseerd zijn. Mernissi voert verschillende vrouwen op, zoals Chaïbia Talal, de Marokkaanse schilderes die met haar heel eigen 'naïeve' stijl furore maakte over de hele wereld en de weg vrij maakte voor vele andere vrouwelijke kunstenaars. Chaïba was een meisje uit de laagste en armste milieus in Casablanca. Ze werd op haar dertiende uitgehuwelijkt en moest op haar 15e, na de dood van haar man, zichzelf met een kind in de armen alleen zien te redden in Casablanca. Mernissi heeft naar eigen zeggen nooit begrepen waarom je moet kiezen tussen traditie en moderniteit. Een nogal vreemde opmerking voor iemand die zelf carrière heeft gemaakt in de academische wereld en als gelauwerde schrijfster Marokko een nieuw gezicht heeft gegeven in het buitenland. Volgens haar is dit één van de geheimen van de nieuwe Arabische generaties, zij voelen zich thuis in de schijnbare tweespalt tussen traditie en moderniteit. Het is een mooie voorstelling van zaken maar uiteindelijk niet uniek voor Arabische jongeren. Niet alleen zijn de mogelijkheden tot kennisverwerving en interactie van het internet revolutionair, ze waren ook nooit zo bereikbaar en goedkoop. Ten bewijze de enorme groei van de Blogosfeer op het Afrikaanse continent van de laatste jaren. Dat jongeren met weinig kansen uit arme landen zich hierop gooien is gewoon een bewijs van hun gezond verstand. De combinatie van satelliettv, internet en burgerinitiatieven hebben jongeren uit het dal gehaald. Dat zeggen jonge kunstenaars zelf in de woestijnstad Zagora, één van de plekken waar Mernissi op zoek gaat naar de nieuwe initiatieven. Ze richtten hun eigen atelier op en boorden via het web een wereldwijde clandisie van reizigers aan.

Traditionele tapijtmotieven bevatten vaak pictogrammen uit een verloren taal, tekens die deel uitmaken van het Tinifagh, dat werd gesproken door de berbers, de Toeareg van de Sahara. Socioloog Abdelkebir Khatibi onderzocht deze oude uitdrukkingsvorm en concludeert dat het gaat om "een beeldende talisman van de vrouw." Fatima Mernissi legt een haast spiritueel verband tussen de digitale communicatietechnologie en de traditionele tapijtweverijen. In beide gevallen wordt een web geweven, letterlijk en in overdrachtelijke zin. Ik zou daar aan toevoegen: cultuurproductie is een complex proces van abstrahering van persoonlijke en collectieve ervaringen waarbij het beste uit de menselijke natuur geactiveerd wordt: gevoeligheid, concentratie, liefde en spiritualiteit. De taalvormen en de vormentaal die daar uit komen is van oneindige variëteit, net als de natuur zelf. De mens creëert voortdurend nieuwe platformen voor culturele uitingen maar vernietigt er ook regelmatig. Als een taal verloren gaat (gemiddeld één keer per twee weken verdwijnt één van de 6000 bekende talen) betekent dat een haast onherstelbaar verloren gaan van unieke menselijke ervaringen. Elke kunst- of ambachtsvorm die dat proces tegengaat is waardevol.

Sheherazades weblog bulkt van de interessante contacten inclusief bijhorende telefoonnummers en e-mail adressen. Het boek wordt bovendien vergezeld van een dringende oproep om deze mensen te contacteren en hen te ontmoeten. Fatima Mernissi moedigt elk reiziger en toerist aan om zich te verdiepen in lokale cultuur en bvb een cursus Amazigh te volgen. Dat is de berbertaal die een ware Renaissance doormaakt en die je nu zelf kan leren in het centrum Tariq ibn Ziad in de hoofdstad Rabat. Uit zo'n ontmoetingen hoopt Mernissi dat mensen nader tot elkaar komen. Wellicht wil ze vooral meewerken aan de opstand van een nieuwe economische sector die haar land mee naar de voorhoede kan stuwen van de felgeplaagde Maghreb, maar dat is dan ook een zeer eerbaar doel.

Sheherazades weblog van Fatima Mernissi,
Hardcover | 255 Pagina's | Uitgeverij De Geus
ISBN10: 9044508857 | ISBN13: 9789044508857

woensdag, september 10, 2008

Toerisme en oliekoorts dreigen Noordpoolgebieden de das om te doen

UXBRIDGE, CANADA, 9 september 2008 (IPS) - De opwarming van de aarde richt een ravage aan binnen de poolcirkels, en toch nemen de exploitatie van olie- en gasvoorraden, de scheepvaart en het toerisme er ongeremd toe. In het IJslandse Akureyri proberen wetenschappers deze week in allerijl een consensus te vinden over hoe het kwetsbare milieu van de poolgebieden beter kan worden beschermd.

Tot voor enkele decennia was de zuidpoolregio ontoegankelijk voor gewone stervelingen; nu boeken per jaar al meer dan 40.000 mensen een cruise naar de randen van de ijswoestijn. In november vorig jaar kapseisde een schip met 150 toeristen in de buurt van de ijsgrens. De opvarenden konden worden gered door andere schepen in de buurt en er lekte geen olie in het water. “Maar er zullen meer ongevallen gebeuren, en we zullen niet altijd zoveel geluk hebben”, waarschuwt David Leary van het Instituut voor Gevorderde Studies van de Universiteit van de Verenigde Naties (UNU-IAS). Zijn instelling organiseert samen met de Universiteit van Akureyri op IJsland de bijeenkomst van bezorgde poolwetenschappers.

Lees het volledig artikel

donderdag, september 04, 2008

Toerisme moet mee betalen voor schoon water

Vietnam begint met een experiment om drinkwatermaatschappijen, waterkrachtcentrales en ondernemingen uit de toeristische sector te laten betalen voor de aanvoer van voldoende en zuiver rivierwater. Vanaf oktober vloeit dat geld naar arme gemeenschappen stroomopwaarts. Zij moeten in ruil zorg dragen voor de bossen en waterlopen in het stroomgebied. Zo meldt een IPS bericht vandaag. Het wordt tijd dat de toeristische sector en dus de toerist zelf ook meebetaald voor de meestal grote hoeveelheden water die ze gebruiken in het land van hun vakantie. Zo'n systeem kan op langere termijn een bewustmakingseffect hebben. En dat is nodig. Want na de landbouw en de industrie is het toerisme een grootverbruiker. En dat vaak in fragiele gebieden met precaire bevoorrading door schaarse waterbronnen.
Als het project in Vietnam goed loopt kan het een model worden voor de wereld.

vrijdag, augustus 29, 2008

Mondiale busverhalen op MO*-site

Het openbaar vervoer is het preferentiële vervoermiddel voor iedereen die in het verre buitenland op een duurzame manier willen reizen maar die bovendien de couleur locale aan de lijve wil ondervinden. Een avontuurlijke ingesteldheid kan vaak helpen. Dat het openbaar vervoer je in veel landen in het zuiden op meer en kleinere plaatsjes kan brengen dan hier in eigen land staat buiten kijf. Op de MO* site vonden ze een aantal bloggers bereid om hieromtrent hun ervaringen te noteren. Er zijn bloggers bij vanuit China, Colombia, Ecuador, Haiti, India, Kyrgyzstan. Voor wie eens wil vergelijken.

maandag, augustus 18, 2008

Community-based toerisme: leren van elkaar is het beste

Op de Karavaan website een kort maar interessant interview met Christine Pluss, de onvermoeibare duurzaam toerisme experte van het Zwitserse Akte. Christine was in het Braziliaanse Fortaleza waar ze sprak op een internationale conferentie. In haar toespraak benadrukte ze het belang van onderlinge afstemming en ontmoeting onder 'community-based' tourisme (CBT) initiatieven. Veel meer dan van internationale experten kunnen lokale gemeenschappen leren van de ervaringen van andere gemeenschappen die al een stuk verder staan in de uitbouw van hun toerisme.

Bij het doorploegen van mijn berichten van de voorbije maand kwam ik verschillende berichten tegen die vermeldenswaard zijn. Een overzicht van de oogst:

Net zoals overal staan in Mexico de Mangrove-wouden sterk onder druk. Nu is er ook een economische prijs geplakt op de vernietiging van dit unieke biotoop, met een nieuwe studie: "Mexicaanse visserij lijdt onder kap mangroves (IPS)". Meer gedaïlleerde info op Science-daily.

In Burkina-Faso wil de Minister van Milieu iedereen die woont in beschermde gebieden verplichten om te verhuizen. Gelukkig denkt Moustapha Sarr, algemeen directeur van het Park Bangréwéogo in de buurt van Ouagadougou, daar anders over: "Burkina wil mensen weg uit laatste bossen (IPS)"

Wist je dat er in moerassen, veengebieden, rivierdelta’s, toendra’s en lagunes 771 miljard ton broeikasgassen opgeslagen liggen. Dat is vergelijkbaar met de hoeveelheid broeikasgassen die zich nu in de atmosfeer bevindt. Nochtans beslaan deze gebieden maar zes procent van het landoppervlakte op aarde. Eén keer raden wat er zou gebeuren als deze gebieden massaal droog vallen... Denk daar maar eens aan als je nog eens zo'n gebied bezoekt: "Moerassen zijn tikkende klimaatbommen (IPS)"

donderdag, augustus 14, 2008

Wat een prachtig land zou Palestina kunnen zijn

Mario Bergen volgt de toestand in Palestina op met de vasthoudendheid van een pitbull. Hij schreef recent een enigszins utopische maar toch wervende opinie over de toeristische mogelijkheden van het land:

Palestina zou een toeristische bestemming zijn bij uitstek met talrijke archeologische sites en 50.000 historische gebouwen. Men zou er drie-, vier- en vijfsterrenhotels voor toeristen en zakenlieden kunnen bouwen en prachtige middeleeuwse wolkenkrabbers met prachtig houtsnijwerk en decoraties zoals men die nog altijd aantreft in Jemen. Flatgebouwen met ruime kamers voor de grote gezinnen, hoger gelegen vertrekken voor de gasten met een uitzicht op de stad en de benedenkamer voor de dieren en opslag van levensmiddelen.

Met alle miljarden euro's die sinds de oprichting van de staat Israël werden gestolen van het Palestijnse volk, zou dit een welvarend land zijn geweest. Men zou er aan landbouw kunnen doen met een verscheidenheid aan gewassen, olijfgaarden en het sappigste fruit uit de Levant. Toeristen zouden kunnen zonnen op het strand van de Gazastrook. En genieten van kleurige cocktails bestaande uit de vele vruchten in het land van melk en honing. De gasbel voor de kust zou men kunnen ontginnen voor eigen gebruik en verkoop aan de buurlanden.

Men zou de soeks kunnen bezoeken met een calèche, kunnen surfen, zeilen, snorkelen en jetskiën in de Middellandse Zee. Men zou uitstappen kunnen maken naar de Sinai, Jericho en Amman. Of voor rijke toeristen met de helikopter of zeppelin Palestina overvliegen. Men kan excursies organiseren en moskeeën, muurschilderingen, tempels, Bethlehem en andere dorpen bewonderen. De gastvrijheid, de waterpijp, de mezze, het afdingen in de soek met lederwaren, specerijen, sieraden, enz. En een bezoek brengen aan de specialisten in houtsnijwerk, een pottenbakkersdorpje, een lokale synagoge, de glasblazerij, de textielfabriek, een jeepsafari of een boot met glazen bodem voor de kust van de Gazastrook. Op slechts enkele uren vliegen vanuit Europa zou het toerisme voor de wind gaan.

Ook zou de meubel- en textielindustrie uitvoeren naar het hele Midden-Oosten. Toeristen zouden een bezoek kunnen brengen aan bergoases en bedoeienenkampen, graftempels bezoeken, quadsafari met ook kleine quad en gocarts voor kindjes, zandsurfen, hengelen, zwemmen, duiken, trekken in bergdorpjes, paardrijden, een kamelentrip, sterrenkijken, een orientaalse show met fakir, buikdanseressen, slangenvrouwen, vuurspuwers, een tochtje met een ezeltje of een kameel. Arabische artiesten zouden kunnen optreden voor duizenden inwoners en toeristen in archeologische theaters naar voorbeeld van Bosra in Syrië of Amman of Jerash in Jordanië. Men zou een animatiepark kunnen oprichten, een park met krokodillen en vele musea. Toeristen zouden prachtige foto's kunnen maken op talrijke plaatsen.

Vakanties speciaal voor kinderen met een logement in een riyad, een bezoek aan een Palestijnse school, samen spelen op Palestijnse muziekinstrumenten zoals er velen zijn: de oud, yarghool (yarghul), shubbabbah, buzuq, kawala, mijwiz, mizmar, daf, durbakeh, mazhar, mirwas, riq, tar, tabl, krakebs, mihbaj en de sagat (zagat) . Kinderen zullen kunnen knutselen met Palestijnse kinderen, met waskokrijtjes werken, schilderen en traditionele volksspelen uit Palestina beoefenen, zaklopen, volksdansen, theater, circus, oude gezelschapsspelen, enz.

s'Avonds in de hotels en gasthuizen zouden er dichters, buikdansers en zangers van liefdes- en verzetsliederen kunnen optreden. In de souk zou men oude postkaarten kunnen kopen en juwelen zouden volgens de oude traditie worden gemaakt. Men zou tarwe, gerst, dura, maïs, sesam, olijfolie, zeep, sinaasappelen, groenten en katoen kunnen uitvoeren naar heel Europa. Olijven, vijgen, druiven, kweeperen, pruimen, appelen, dadels, okkernoten, amandelen, jujubes en bananen zouden in de Delhaize en Colruyt liggen naast fruit van Spanje en ander landen.

Men zou een relaxatie vakantie kunnen doen voor de gezondheid en vitaliteit, kuren voor luchtwegen en stembanden, kuren voor het bewegingsapparaat, kuren met mineraalrijk water, massage, Arabische hammam, kuur aan de Dode Zee met modder, jaccuzzi, een kuurband met kruiden, aromatherapie met Arabische muziek en dagelijks vers fruit en versgeperst fruitsap uit de paradijstuinen van Palestina in de hotelkamer. Palestina heeft zoveel mogelijkheden mocht het een vrij land zijn!

Maar Israëlische bezetting, militaire invallen, het blokkeren van handel en vrije verplaatsing door 600 checkpoints, de Apartheidsmuur, de boycot en de afgrendeling van de Palestijnse gebieden van de rest van de wereld maken dit onmogelijk. Palestina is het land van melk en honing, maar iemand heeft de pot honing en de fles melk aan diggelen laten vallen zodat niemand er momenteel baat bij heeft.

Mario Bergen, Leuven

Lees ook: "Palestine & Palestinians: uitmuntende reisgids van de Alternative Tourism Group".

De fietsvriendelijkheid van Oostelijk Europa

Na een weldoende vakantie in het nog steeds met een landklimaat gezegende oosten van Europa is dit natte land aan de Noordzee wat je noemt een echte terugkeer tot de werkelijkheid. In de krant lees ik dat dit soort kwakkelzomers de toekomst worden voor ons. En dan is dat nog zonder dat de klimaatcrisis de golfstroom doet stilvallen... Afijn, als je het echt wil weten, ik ben met mijn gezin gaan camperen respectievelijk in de buurt van Berlijn, daarna Zuid Polen (in de buurt van Wroclaw), dan noord-Tsjechië (Bohemen) en tenslotte in de buurt van Dresden. Drie weken lekker warm en hoogstens wat plensbuien.

Wat me opgevallen is? De fietsvriendelijkheid van de (Oost-)Duitse steden. Berlijn en Dresden zijn fantastische steden om met de fiets te ontdekken. Er zijn veel fietspaden en ook in de gewone straten wordt je niet overhoop gereden - het is er sowieso veel rustiger dan in West-Europese steden. Er wordt ook sterk geïnvesteerd in grote afstand fietsroutes. Zo kan je nu haast het hele strommgebied van de Elbe langs fietsen van Dresden tot aan de Tsjechische grens.
In Tsjechië viel me de sterke opkomst van het fietstoerisme op: heel veel Tsjechen hebben zich een 'state-of-the-art' tweewieler aangekocht en gaan ermee trekken door het schilderachtige Bohemen. Het is een mooie ontwikkeling: goed gemarkeerde fietsroutes langs de vele bezienswaardigheden, door de bossen en langs de vele meren van Bohemen. De fiets als ideaal vakantievervoermiddel. Nu nog het Europese treinnetwerk weer deftig op de sporen krijgen en we kunnen het Europese toerisme drastisch vergroenen.

Leuke link: http://www.bikeandbreakfast.com

donderdag, juli 10, 2008

Voluntoerisme voor surfers

Sommige surfers denken aan meer dan aan de volgende grote golf. De Amerikaanse organisatie Waves for Development biedt surftoeristen de kans om samen met plaatselijke jongeren te werken aan de ontwikkeling van een arm vissersdorp aan de Peruaanse kust. In Los Lobitos, een vissersdorpje op 17 uur rijden van Lima, zette David Aabo met zijn organisatie Waves for Development in februari een pilootproject op dat plaatselijke jongeren en internationale vrijwilligers samenbracht. De arme visserskinderen leerden surfen en zwemmen, maar legden zich ook toe op Engels en milieubescherming. Intussen hebben sommige plaatselijke jongeren het al tot surfinstructeur geschopt.


Aabo leerde Los Lobitos kennen als medewerker van het Peace Corps, een Amerikaanse organisatie die vrijwilligers inzet in het buitenland. Hij ergerde zich aan het komen en gaan van landgenoten die kwamen genieten van de hoge golven aan de kust, zonder meer te doen voor de plaatselijke economie dan af en toe benzine te tanken of levensmiddelen in te slaan.

Waves for Development hoopt een generatie kustbewoners te vormen die mee kunnen bepalen hoe het toerisme zich in de streek ontwikkelt. Alleen al zwemlessen helpen daarbij enorm. Traditioneel wagen de Peruaanse vissers zich alleen met hun boten in het onstuimige water. De surfers leren de plaatselijke jongeren hoe ze veilig kunnen zwemmen. De lessen Engels zijn minstens even belangrijk voor de jongeren, die vaak weinig onderwijskansen hebben.


Voluntoerisme

Waves for Development wil de komende jaren vergelijkbare initiatieven uit grond stampen in Latijns-Amerika en Azië. Gebrek aan vrijwilligers vreest de organisatie niet. Sinds het pilootproject regent het aanvragen. “Je krijgt veel terug. Je geeft wat van je tijd en energie, en je krijgt de gelegenheid om die prachtige stranden met golven van wereldklasse te gebruiken,” zegt Aabo. “Het is eenvoudig: surf en doe goed.”

‘Voluntoerisme’, de combinatie van reizen en vrijwilligerswerk, zit in de lift in de VS. Zowel studenten als vijftigers worden erdoor aangesproken. Steeds meer alternatieve toeristen spenderen een deel van hun vakantietijd aan werk in natuurreservaten of bouwprojecten voor arme bevolkingsgroepen. Het biedt een mogelijkheid om beter in contact te komen met de plaatselijke bevolking en om het schuldgevoel weg te werken dat rijke toeristen soms overvalt.

dinsdag, juli 08, 2008

Nieuwe Eurovelo fietsroutes

De fiets gaat een zonnige toekomst tegemoet. Zelfs de Verenigde Staten is de omslag aan het maken, zo blijkt uit een AFP bericht. Vier dollar per gallon benzine is voor steeds meer Amerikanen niet meer op te brengen. De fors duurdere vliegtickets - en voorspellingen van 250 dollar voor een vat ruwe olie - zullen ook Europeanen dwingen op zoek te moeten gaan naar alternatieve vakantiebestemmingen.

De ECF, de European Cyclist Federation, heeft onder de naam Eurovelo een netwerk lange afstandsroutes door Europa uitgerold. De Eurovelo fietsroutes zijn nogal lang. Zo loopt route 6 van de Franse Atlantische zeekust via Duitsland naar de Roemeense Zwarte Zeekust. Maar het is natuurlijk ook mogelijk om een deel van de route af te leggen.

maandag, juli 07, 2008

Walviskijken in Latijns-Amerika op zoek naar juiste evenwicht

In 2006 boekten zo’n 886.000 toeristen een walvistoer in Argentinië, Brazilië, Mexico en Costa Rica. Dit jaar verwacht men meer dan een miljoen walviskijkers. Zelfs Bolivia, dat helemaal niet aan de kust grenst ,verdient geld met de observatie van de ‘bufeo’ (Inia boliviensis) een soort zoetwaterdolfijn in de Amazonerivier. “In Costa Rica heeft het walvistoerisme de kustbewoners veel economische voordelen gebracht, net op het moment dat het slecht ging met de visserij wegens overexploitatie van de bestanden”, zegt Javier Rodríguez Fonseca, wetenschappelijk adviseur voor Costa Rica bij de International Whaling Commission. In 2005 kwam er een wet om de sector te reguleren, maar die wordt niet altijd gerespecteerd.

Daniel Estrada van IPS had een gesprek met Miguel Iniguez, een van de auteurs van een rapport dat natuurorganisaties presenteerden op de jongste bijeenkomst van de Internationale Walviscommissie.

maandag, juni 30, 2008

Reizen met respect

Duurzaam toerisme is nog steeds een niche markt. Maar het is wel een uitdijende markt. Op enkele weken voor de jaarlijkse vakantie-uittocht bracht de Nederlandse reisjournalist Hans van de Veen “Reizen met respect” uit. En het moet gezegd: niemand die dit boekje leest heeft nog een echt excuus: je hoeft echt geen doorwinterde avonturier met geitenwollen sokken meer te zijn om je vakantie duurzamer te maken. Een beetje bewustzijn en aantal eenvoudige principes hanteren in de keuze van je vervoer en accommodatie zijn al heel wat waard. Intussen groeien duurzaam toerisme projecten overal ter wereld als kool. In “Reizen met respect” krijg je een beknopt en vlot geschreven overzicht van wat duurzaam toerisme is en wat je zelf kan doen. Per regio vind je een lijst voorbeelden van goede projecten die je vakantie tot een onvergetelijke ervaring kunnen omtoveren.

“Reizen met respect” is een Nederlandstalige bewerking van "The Ethical travel Guide" van Polly Patullo uit 2006. In de verantwoording schrijft de auteur dat de selectie van duurzaam toerisme projecten aan dezelfde criteria moest voldoen als in de Engelstalige gids.

In het boek komen ook enkele oude bekenden aan het woord die al langer aan de weg timmeren. Zoals Adama Bah, de grondlegger van Gambian Tourism Concern. Bah was ook op het Wereld Sociaal Forum in Mumbai (2004) waar hij kwam getuigen over hun strijd tegen de ‘all-inclusives.’ Het kleine Gambia is één van die landen die erg hebben ingezet op massatoerisme. In de jaren '80 en '90 zetten ze de deur wijd open voor buitenlandse investeerders die, aangetrokken door een bijzondere belastingvoordelen, massaal ‘all-inclusive’ hotelcomplexen optrokken aan de parelwitte stranden. In deze formule betalen toeristen de volledige prijs voor hun vakantie bij het boeken. Een Channel4 reportage van enkele jaren geleden liet zien hoe Britse toeristen zich lieten verwennen in ‘culturele bellen' waarbij de lokale bevolking wordt opgevoerd als aapjes in de zoo. De video wordt nog steeds gebruikt in vormingssessies over duurzaam toerisme als schoolvoorbeeld van hoe het niet moet.
Hans van de Veen laat Adama Bah aan het woord over Tumani Tenda. De bewoners van het Gambiaanse dorp hebben zelf een toerismeprogramma gecreëerd dat aansluit bij het dorpsleven. De extra inkomsten uit het toerisme geven de inwoners de ruimte om te investeren in een duurzame ontwikkeling. Daarmee tonen de bewoners aan dat vakantiegangers in Gambia een keuze hebben. Een keuze tussen enerzijds het onpersoonlijke massatoerisme waarmee je enkel de multinationale touroperators rijk maakt en mens noch milieu in het land respecteert of anderzijds toerisme met een warm, menselijk gelaat dat positieve sociale, economische of ecologische effecten heeft en waarvan beide partijen (lokale bevolking en toerist) rijker worden. Daarmee is meteen gezegd waarover dit boek gaat.

Hans Van de Veen gaat ook in op de kritiek als zou duurzaam toerisme een schijnheilig streven zijn. Deze criticasters noemen voorstanders van duurzaam toerisme "naïef" of "elitair." Nonsens natuurlijk. Op dezelfde manier kan je eender welk positief initiatief afdoen als naïef en belachelijk. Zo is Vlaanderen vandaag de Europese regio die per gezin het minst afval produceert. Dat is te danken aan de hoge mate waarin Vlaamse gezinnen hun afval sorteren. Bij het invoeren van de verplichting tot sorteren waren zure oprispingen die het nut van de maatregel in twijfel trokken niet van de lucht. Maar ondertussen kijken andere landen wel naar ons.

Doorgaans worden deze ‘kritische’ beweringen niet ondersteund door enig rationeel argument en weten de uitsprekers in kwestie nauwelijks waar ze het over hebben. Met enige slechte wil zou je het een makkelijk excuus kunnen noemen om zelf niets te hoeven doen. Het enige dat je kan doen om zulke 'toogpraat' pareren dat is afkomen met goede argumenten. En dat doet van de Veen. Eén van de beste argumenten is dat duurzaam toerisme gewoon veel leuker en boeiender is. En, neen, je hoeft niet in te boeten op comfort of privacy. Uit de beperkte selectie duurzame projecten in dit boekje - het aanbod groeit elke dag - kan je kiezen voor heel basic comfort en veel contact met de lokale bevolking. Maar als je op zoek bent naar rust en privacy kan je ook gaan voor prachtige lodges die gebouwd werden met lokale materialen en met beperkte inpact op mens en milieu. De pionierstijd is voorbij dat je dergelijke projecten met een vergrootglas moest gaan zoeken.

Een link die al langer gemaakt wordt is die met fair trade. Als je thuis nadenkt over de manier waarop je je geld besteedt waarom dan niet op reis? Ervoor zorgen dat producenten een eerlijk deel krijgen van de verkoopprijs van hun product kan door fair trade producten te kopen en door de keten tussen producent en consument kort te houden (bvb door je voedsel rechtstreeks bij de boer te kopen). Door je vakantie te spenderen bij één van de projecten in dit boek doe je beide. Dat kan je lezen in de levendige verslagjes van allerlei mensen die duurzaam toerisme projecten bezoeken. Zo schrijft Erica Keizer over haar bezoek aan Rungwe Tea & Tours in Tanzania: "direct van de mensen horen hoe hun leven eruit ziet, dat maakt deze trip heel speciaal. Een ervaring die nog lang in je geheugen blijft hangen."

Na de inhoudelijke hoofdstukken vind je in “reizen met respect” een lijst van duurzaam toerisme projecten gerangschikt per regio. De lijst is noodzakelijkerwijze beperkt maar biedt toch een mooi staalkaart van diverse soorten projecten waaronder: agrotoerisme, goedkoop of luxeverblijven, taallessen of workshops, trektochten, gastgezinnen.

In tegenstelling tot “Hoe word ik wereldreiziger” uit 2007, een modieus boekje van Marcel Gansevoort dat mij behoorlijk teleurstelde, legt Hans Van de Veen hier wel de vinger op de wonde: "Maar helaas vertonen veel toeristen de kenmerken van het kuddedier. Met zijn allen bezoeken ze per touringcar die paar plekken ‘waar je geweest moet zijn,’ en de rest van hun verblijf brengen ze door geriefelijke internationale hotels. Dat biedt nauwelijks de kans aan lokale toerismeondernemers om ook een graantje mee te pikken van het toerisme.” Volgens de Verenigde Naties gebruikt “de gemiddelde toerist in 24 uur net zoveel water als een inwoner van een arm land nodig heeft om gedurende 100 dagen rijst te verbouwen.” Dit boek zal hopelijk een steentje bijdragen tot het bewustzijn bij de vakantieganger.

Het boek heeft ook zijn eigen website www.reizenmetrespect.com waar je feedback en aanvullende suggesties kan geven.

>> Reizen met respect; Hans van de Veen - ISBN 978 90 257 4304 8 - Dominicus, met steun van ncdo Nederland. Het boek is te bestellen via de webwinkel van 11.11.11 of via 02/536 11 22

vrijdag, juni 13, 2008

Reiswijzer voor souvenirjagers moet toeristen sensibiliseren

De Belgische minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Laurette Onckelinx (PS) brengt een folder uit voor vakantiegangers deze zomer. Het is een 'reiswijzer voor souvenirjagers. 'In de folder krijg je een beknopt overzicht van dieren en plantensoorten die beschermd zijn met de uitdrukkelijke vraag ze te laten liggen waar je ze vind, zij het in de natuur of in een souvenirwinkeltje. Je wordt zelfs gevraagd om verdachte of illegale feiten aan te geven bij politie of douane. Zie je dat niet zitten dan kan je steeds een mailtje sturen naar TRAFFIC, het 'wildlife trade monitoring network,' een gezamenlijk initiatief van het WWF en de Wereldunie voor Natuurbehoud. Zij brengen de handel in wilde soorten in kaart. Dit initiatief komt niets te vroeg gezien de achteruithollende biodiversiteit op onze planeet. Nu maar hopen dat alle reisbureaus de folder massaal onder de neuzen van hun klanten zullen schuiven.



De regelgeving rond deze problematiek komt van de 'Conventie over de Internationale handel in Bedreigde Soorten.' CITES is een overeenkomst tussen 172 landen die deze handel regelt. Het doel is voorkomen dat bedreigde dieren en planten uitsterven. Meer dan 800 wilde dier-en plantensoorten mogen wereldwijd niet meer gekocht worden. Voor ongeveer 25.000 soorten zijn speciale vergunningen nodig. Ook de meeste afgeleide producten van deze planten of dieren (zoals bijvoorbeeld ivoor, kaviaar, hout, zaden van planten …) worden door deze conventie beschermd en kunnen dus niet zomaar verkocht worden.

In de drie Bijlagen van het CITES-verdrag zijn alle bedreigde dieren en planten terug te vinden:
- Bijlage I: direct met uitsterven bedreigde dieren en planten. De internationale handel in uit het wild afkomstige dieren en planten is verboden. Het gaat om bijvoorbeeld walvissen, dolfijnen, olifanten, neushoorns, tijgers, apensoorten, papegaaiensoorten, schildpadsoorten, verschillende bloembollensoorten, wilde ginseng en verschillende soorten orchideeën.
- Bijlage II: dieren en planten die mogelijk met uitsterven worden bedreigd, maar dat nog niet zijn. Om die reden worden nu maatregelen genomen. Deze dier- en plantensoorten mogen alleen worden in– of uitgevoerd als er een CITES-vergunning voor is verleend. Het gaat om onder meer roofdier- en krokodillensoorten, alle reuzenslangen en een aantal schelpen- en koraalsoorten. Zo gaat de hoeveelheid verhandelde dieren en planten niet ten koste van het voortbestaan van die soorten.
- Bijlage III: dieren en planten die in minstens één land worden beschermd. Dit land heeft andere CITES-lidstaten gevraagd de handel in die soort te controleren.
De bijlage waaronder een dier- of plantensoort is opgenomen bepaalt of handel is toegestaan en onder welke voorwaarden. Daarbij is het ook van belang of de dier- of plantensoort uit het wild komt of in gevangenschap is gefokt of gekweekt.

In Europa is niet alleen de internationale CITES-conventie van toepassing. De EU-verordeningen gaan in bepaalde opzichten verder dan de voorwaarden van de Conventie: Zo wordt er binnen Europa gewerkt met 4 bijlagen (A, B, C en D) waarbij bijlagen A, B en C grotendeels overeenkomen met bijlagen I, II en III van CITES. Maar voor een aantal soorten neemt de EU extrabeschermende maatregelen:

Alle inheemse roofvogels zijn opgenomen in bijlage A.
Bijlage D bevat soorten die mogelijk bedreigd kunnen zijn en waarvan de handel dus van nabij opgevolgd moet worden. Voor invoer in de EU van alle dier- en plantensoorten uit Bijlagen A en B is in het algemeen een invoervergunning vereist.
Voor de soorten uit bijlagen C en D moet een invoeraangifte gebeuren.

Voor de handel binnen de Europese Unie zijn, sinds het wegvallen van de interne grenscontroles, in het algemeen geen invoer- en uitvoervergunningen meer vereist wat spijtig is want ook binnen de Unie valt er heel wat biodiversiteit te verdedigen. Enkel voor soorten van bijlage A is handel binnen de EU beperkt tot wanneer er een geldig certificaat kan worden voorgelegd.

Nog andere interessante linken:

Convention on Migratory Species:
http://www.cms.int

International Whaling Commission:
http://www.iwcoffice.org

Internationaal fonds voor dierenwelzijn (Nederlandstalig):
http://www.ifaw.org/ifaw/general/default.aspx?oid=17888

donderdag, juni 12, 2008

Duurzaam Toerisme projecten in de praktijk

Enkele jaren geleden was er nog veel discussie over welke toeristische projecten op het terrein nu wel en welke niet het predicaat 'duurzaam' zouden mogen krijgen. Gesteld dat er al een wereldwijd vastgelegd kwaliteitslabel zou bestaan, wat nog niet echt het geval is. Maar ondertussen kan je al wel spreken van een soort consensus rond het 'wat' en 'hoe' van zo'n label. De meest van die elementen kennen ze bij organisaties uit het veld zoals karavaan zeer goed, omdat ze er zelf al jaren naar op zoek gaan in hun reizen: stimuleren van de lokale economie door zoveel mogelijk lokale producten te consumeren; Voor onze nachtrust vertrouwen op lokale hotelletjes; Respectvol omgaan met lokale culturen en sociale gevoeligheden; Bewust omgaan met onze impact op natuur en milieu; Betrekken van lokale bevolking bij de uitbouw van lokaal toerisme. Interessante projecten schieten ondertussen overal als paddenstoelen uit de grond. Hier een kleine bloemlezing van mooie projecten die stuk voor stuk een verblijf waard zijn.



Een kritische bedenking van ontwikkelingsexperten op veel van dergelijke projecten gaat over het 'eigenaarschap' van het project. Vele projecten zijn nog steeds het resultaat van blanke investeringen en Westerlingen zijn nog vaak de enige eigenaar. Veronderstelt goede ontwikkeling niet dat lokale ondernemers of gemeenschappen zelf volwaardig eigenaar zijn? Anders blijf je tenslotte zitten in een afhankelijkheidspositie op het niveau werkgever-werknemer en hebben lokale mensen geen inbreng in het beheer van het project. Voorstanders spreken dan over de voorbeeldfunctie en multiplicatorfunctie. Slimme lokale ondernemers zouden 'goede praktijken' overnemen en mee inspelen op wensen van de alsmaar kritisch wordende toerist. En wat dan wanneer er lokaal geen minimumkapitaal te vinden is om de eerste investeringen te bekostigen? Hier is het zogenaamde 'community-toerisme' een interessante piste voor lokale gemeenschappen. Arme dorpjes op het platteland die kampen met een leegloop omwille van gebrek aan perspectieven. Ook hiervan enkele positieve voorbeelden in het zuiden.

Latijns-Amerika

Praia do Batoque is één van de vissersgemeenschappen in de Noord-Braziliaanse provincie Céara, bij de stad Fortaleza. Ze hebben hun toerisme in eigen handen genomen. Door er te verblijven steun je de gemeenschap en kom je waarschijnlijk terug met veel warme contacten. http://br.geocities.com/praiadobatoque/HOME.htm

Edsart Besier vertrok 13 jaar geleden uit Nederland naar Costa Rica. Hij timmerde aan de Caribische kust in het Zuiden van Costa Rica een hoge hut in een oude hoge boom, waar de golven van de Caribische zee altijd te horen zijn. Dit mondde uit in Costa Rica’s Tree House Lodge. De huizen zijn gebouwd van natuurlijk duurzaam en gedeeltelijk gerecycled materiaal. De verwarming en elektriciteit is op basis van zonne-energie: http://www.costaricatreehouse.com


Azië

Wie zoekt naar ecolodges in Indonesië kan terecht op Eco Lodges Indonesie. Bijvoorbeeld Bajo Komodo Eco Lodge in Labuan Bajo, FLORES. Vanaf daar kun je trips maken naar het eiland Komodo voor het zien van de komodovaraan. Deze lodge heeft milieuvriendelijke gebouwen neergezet, met gebruik van zonne-energie voor warm water, een uitgebreid water opvang systeem voor gebruik in de tuinen. Een lokale non-profit organisatie is eigenaar van de lodge met inzet van de lokale bevolking: http://www.ecolodgesindonesia.com

In het Zuiden van India, de provincie Kerala ligt de ecolodge Friday’s Place. De regio heeft een slechte reputatie door ongecontroleerde toeristische ontwikkelingen. Fridays Place is hier de eerste ecolodge die energiezuinig is en ecologisch gebouwd. Friday’s Place was ‘highly commended’ bij de first choice responsible awards in 2006: http://www.kukimedia.com/fridaysplace/index.htm


Afrika

Bulungula ligt aan de wilde kust van Zuid-Afrika, dicht bij Koffie Baai. Een geïsoleerde plek aan de Indische Oceaan. De Lodge gebruikt doet beroep op wind- en zonne-energie voor haar elektriciteit en voert een doorgedreven ecologisch beleid. De Lodge is voor 40% eigendom van het Nqileni-dorpje vlakbij. De bevolking is ook erg betrokken bij het beheer van de lodge en participeert in heel wat toeristische activiteiten: http://www.bulungula.com. Ze hebben als één van de eerste lodges die het Fair-trade label toegekend kregen, zoals je kan lezen op http://www.fairtourismsa.org.za.

Bishangari Lodge http://www.bishangari.com/werd ooit door de VN naar voor geschoven als voorbeeld tijdens het internationaal jaar van het toerisme. Deze eerder duurdere lodge produceert zijn eigen energie. Ze steunen ook de lokale gemeenschappen in het opzetten van duurzame ontwikkeling projecten: http://www.bishangari.com

maandag, juni 09, 2008

Toerismebedrijven nemen belangrijke plaats in on nieuwe Birma 'Dirty List'

Meer dan 40 van de 154 bedrijven die genoemd worden in de 'dirty list' van de internationale Birma campagne - een compendium van firmas die blijven zaken doen met het militaire régime - kan je klasseren onder de toerisme-industrie. Het zijn hotelketens, vliegtuigmaatschappijen, uitgevers van reisboeken en touroperators. De lijst werd deze week uitgebracht. Het Britse Tourism Concern is een campagne begonnen naar de 21 Britse bedrijven op de lijst om uit Birma weg te blijven totdat de democratie is hersteld, zoals dat werd gevraagd door de democratisch verkozen leider van de oppositie, Daw Aung San Suu Kyi.


Toerisme zorgt voor belangrijke inkomsten en symbolische steun voor het regime. Veel van de toeristische infrastructuur in Myanmar is gebouwd met behulp van gedwongen arbeid en duizenden werden verplicht te verhuizen zonder enige compensatie.

BBC Worldwide, werd vorig jaar een meerderheids aandeelhouder van de Lonely Planet reisgidsen en dat vormt zijn ingangsticket voor deze 'Dirty List.' Tourism Concern en de internationale Birma Campagne vragen al lang aan de reisgidsen moghul Lonely Planet om de Birma gids terug te trekken. Nog steeds maken ze toeristen wijs dat het mogelijk is door Myanmar te reizen zonder het regime te steunen.

Je kan de petitie mee ondersteunen:
www.thepetitionsite.com/1/Burma-Campaign-Action

vrijdag, mei 30, 2008

“Botswaanse regering doet Bosjesmannen verdorsten”

KAAPSTAD, 30 mei 2008 (IPS) - De toeristen die een geplande lodge in het Wildreservaat van de Centrale Kalahari in Botswana moet aanlokken, zullen vanuit hun luxekamers een prachtig uitzicht hebben over het unieke gebied. Voor de San (Bosjesmannen), de oorspronkelijke bewoners van het gebied, zijn de perspectieven minder rooskleurig. De Botswaanse regering weigert een boorput te heropenen die hen vroeger van water voorzag.

De lodge, een luxeverblijf met 40 kamers, komt in de buurt van Molapo. In de omgeving van die plaats leefden ooit meer dan 1000 San. In het hele reservaat werd het aantal San op ongeveer 5.000 geschat. Maar gedwongen hervestigingen in 1997, 2002 en 2005 deden bijna alle inheemse bewoners uit het gebied verdwijnen. De overheid vond dat de aanwezigheid van de jagers en verzamelaars niet te verenigen viel met het statuut van beschermd natuurgebied dat het Wildreservaat van de Centrale Kalahari heeft. Bovendien zouden hun ontwikkelingskansen beter zijn buiten het reservaat.


Diamanten

Maar volgens de First People of the Kalahari, een organisatie die de San vertegenwoordigt, moesten ze ook verdwijnen omdat in de regio diamanten werden ontdekt. De Zuid-Afrikaanse diamantreus de Beers verwierf een concessie om een site in de buurt van Gope, op 100 kilometer van Molapo, te ontginnen. Vorig jaar verkocht De Beers dat recht door aan Gem Diamonds, een bedrijf uit Londen.

In december 2006 bepaalde het Hooggerechtshof in Botswana dat de verhuizing van de San in strijd was met de wet. De San die in het vonnis genoemd werden, kregen het recht terug te keren naar hun geboortegrond. Volgens Survival International, een actiegroep die het opneemt voor inheemse volken, zijn er sinds eind 2006 een duizendtal San teruggekeerd naar het reservaat.

De Botswaanse overheid bemoeilijkt de terugkeer op alle mogelijke manieren. San die niet bij name vermeld staan in het vonnis van het hooggerechtshof, hebben een speciale vergunning nodig om naar het reservaat in de Kalahari te mogen terugkeren. Die vergunning wordt vaak geweigerd. In April nam de Vluchtelingenorganisatie van de VN (UNHCR) Botswana daarvoor nog op de korrel. De UNHCR vindt het ook ongehoord dat de San niet meer mogen jagen in het reservaat, al hebben hun voorouders dat duizenden jaren gedaan zonder nadelige gevolgen voor het wildbestand. Tot 1990 konden de San op een eenvoudige manier speciale vergunningen krijgen om in het reservaat te jagen, nu is daar een gecompliceerde aanvraagprocedure voor nodig die steevast negatief uitvalt, zegen Survival International.


Water als pressiemiddel

De regering in Gabarone gebruikt ook water als pressiemiddel. De San die teruggekeerd zijn naar de buurt van Molapo, krijgen niet het recht een boorput te heropenen waaruit ze vroeger water haalden. De boorput bevindt zich in Mothomelo, een nederzetting van de San tussen Molapo en Gope. De put werd verzegeld in 2002, na het gedwongen vertrek van de mensen uit de streek. Daarvoor werd het water dat er werd opgepompt verdeeld naar verschillende San-gemeenschappen in het reservaat.

De Botswaanse overheid vindt dat er niets mis is met haar houding. “De mensen die terugkeerden naar het reservaat, werden ingelicht dat de regering er geen openbare diensten levert” zegt Clifford Maribe, directeur Communicatie van het ministerie van Buitenlandse Zaken. “Ze hebben de vrijheid van buiten het reservaat onbeperkte voorraden water aan te voeren voor hun eigen gebruik. Wie zegt dat de regering de San water ontzegt om hen weg te pesten, speelt gewoon op emoties.”


Goede relaties

De bouwheer van de geplande lodge bij Molapo, een Botswaanse dochteronderneming van het Zuid-Afrikaanse Wilderness Safaris, zegt dat ze niet tussenbeide wil komen in het conflict tussen de regering in Botswana en inwoners van dat land. Woordvoerder Keith Vincent zegt dat zijn onderneming goede relaties met de plaatselijke bevolking belangrijk vindt. “We hebben 800 mensen in dienst in Botswana. Op de plaatsen waar we lodges bouwen, hebben plaatselijke bewoners de keuze hun traditionele levenswijze voort te zetten of deel uit te gaan maken van een wereld waar ze een baan en een opleiding kunnen krijgen.”

Volgens Survival International kan Wilderness Safaris er moeilijk onderuit geen standpunt in te nemen. Sommige toeristen zouden wel eens kunnen besluiten weg te blijven als ze horen dat hun verblijf op een plaats staat waar de oorspronkelijke bewoners worden weggepest. Er zijn ook twijfels over de wettelijkheid van de vergunning om de lodge te bouwen. De plaatselijke San zijn er immers niet in gekend.

In heel Botswana leven ongeveer 48.000 San, en in de rest van Zuidelijk Afrika nog eens ongeveer zoveel. Buiten het reservaat, waar ze kunnen vasthouden aan hun traditionele levenswijze, vallen ze vaak ten prooi aan alcoholisme. Ze leven meestal in de marginaliteit en zijn totaal afhankelijk van overheidshulp. Dat is vooral het geval met de San die naar de steden trekken.

IPS(PD, JG)

woensdag, mei 21, 2008

Toerisme wordt tweede bron van inkomsten Rwanda

Ondanks alle terechte kritiek op het autoritaire en weinig democratische karakter van het régime in Kigali doet Kagamé en zijn ploeg het niet slecht blijkt nog maar eens uit dit IPS bericht. Met harde hand sturen in de richting van een redelijk duurzame ontwikkeling, dat lijkt wel zijn moto. De lokale gemeenschappen profiteren mee van het toerisme, omdat vijf procent van de toeristendollars en –euro’s wordt geïnvesteerd in landbouwprojecten. De mensen die rond de parken wonen krijgen van het ORTPN geiten en schapen, anderen hebben zich op de bijenteelt gestort. Op die manier wil de overheid voorkomen dat er nog wild wordt gestroopt. Ondanks alles een verstandig beleid dus. En de bevolking kan niet anders dan er de vruchten van plukken. Als de levensstandaard zo echt wordt opgetrokken dan zou Rwanda wel eens een unicum kunnen worden in de geteisterde regio van de Grote Meren.

donderdag, mei 15, 2008

Verdwenen mangrovebossen maakten Birma kwetsbaar voor cycloon

Eén van de belangrijkste oorzaken voor de grootschaligheid van de ramp in Myanmar is schromelijk onderbelicht gebleven in de media. Natuurlijk is er het stilaan monsterachtige régime dat verzuimde om de bevolking te waarschuwen en dat nu nog steeds elke goede hulpverlening verhindert. Maar de reden dat de cykloon haast ongehinderd het land op kon razen is de afwezigheid van een buffer die de landen rond de Indische oceaan van oudsher beschermde. Tenminste, voor dat de mens massaal ingreep. De mangrovewouden die vroeger honderdduizenden kilometers kusten in Zuid-Oost Azië beschermden moesten de laatste tientallen jaren wijken voor economische belangen.


Inmiddels heeft de Birmese minister voor Noodhulp Maung Maung Swe laten weten dat het inderdaad niet zozeer de winden tot 190 kilometer per uur waren die het meeste slachtoffers gemaakt hebben, maar wel het springtij als gevolg van de cycloon. “De golf was tot 3,5 meter hoog en vernielde of overstroomde de helft van alle woningen in de laaggelegen dorpen”, zei de minister. “De bewoners konden nergens heen.”
Mangrovebossen moesten massaal wijken voor viskwijkerijen, garnaalkwekerijen maar ook toeristische projecten. Net zoals koraalriffen zijn het nochthans bijzonder belangrijke ecologische kweekvijvers. En wie ooit met een platboot een excursie mee heeft gedaan in een origineel mangrovewoud weet hoe wonderlijk mooi en ongerept zulke gebieden zijn... en bijgevolg ook veel mogelijkheden bieden voor gecontroleerde duurzaam toerisme projecten. Je kan beperkte delen open stellen voor toeristische excursies per boot. In Mexico kan je prachtige boottochten maken in de mangroven onder Campeche bvb. Je kan ook zg. 'plankwalks' aanleggen d.w.z. houten paden op palen met mogelijkheden - ik denk aan het prachtige voorbeeld van 'Niah national parc' in Sarawak op Maleisisch Kalimantan. De plankwalks werden er aangelegd onder leiding van Ivy Jong, een achitecte uit Kuching en een oude vriendin van me. De planken voetbruggen werden aangelegd met veel recpect voor de omgeving. Naar verluidt waren de (niet onbelangijke) kosten er na enkele jaren al uit terug verdiend al is voortdurend onderhoud en supervisie een belangrijk element.

Uit cijfers van het Mangrove Action Project (MAP) blijkt dat al meer dan de helft van de originele mangrovebossen op de wereld verdwenen zijn. Van de oorspronkelijk 32 miljoen hectaren blijven er minder dan 15 miljoen over. Hoewel ze veel minder aandacht krijgen, verdwijnen de mangrovegebieden sneller dan tropische regenwouden of koraalriffen.

vrijdag, april 25, 2008

Open Brief n.a.v. gijzeling van Belgische toeristen in Guatemala

Op 14 maart 2008 werden vier Belgische toeristen ontvoerd in Izabal, Guatemala, door Encuentro Campesino, een groep landloze landbouwers die vraagt naar een rechtmatige verdeling van de gronden. Door een succesvolle bemiddeling van het Federale Ministerie van BuitenlandseZaken, werden deze mensen na drie dagen terug op vrije voeten gesteld. De Steungroep voor rechtvaardigheid en vrede in Guatemala, samen met een coalitie van ngo's betreurt de actie van de Guatemalteekse boeren maar wil, ter hunner verdediging, toch enkele kanttekeningen maken bij de gang van zaken. Ze stuurde deze in een open brief naar Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht en roept de Belgische overheid op om haar verantwoordelijkheid te nemen.


Aan de heer Karel De Gucht
Minister van Buitenlandse Zaken
Karmelietenstraat, 15
1000 Brussel

Brussel, 23 april


Open brief gijzeling 4 Belgen in Livingston, Guatemala



Geachte heer minister,


Wij, Belgische organisaties, die werken in solidariteit met de bevolking van Guatemala, richten ons tot u naar aanleiding van de gijzeling van vier Belgische toeristen die half maart plaats vond in Livingston, Izabal, Guatemala.

Op de eerste plaats willen we u feliciteren voor de stappen door u en uw ministerie ondernomen. Die onderhandelingen hebben geleid tot een vlugge en positieve afloop voor de gegijzelden. Spijtig genoeg kunnen we hoegenaamd niet besluiten: ‘eind goed, al goed’. Daarom even een toelichting vanuit onze gezamenlijke visie.

Het gebeuren in Izabal moeten we begrijpen vanuit de conflictieve toestand die Guatemala in zijn greep houdt. Met name de structurele onrechtvaardigheid, waarbij 1,5 a 2% van de bevolking 62,5% van de landbouwgronden in handen heeft, terwijl 94% (waaronder de boeren van Izabal) tevreden moeten zijn met 18, 60%. In de streek van Izabal is 82% van de inheemse bevolking arm en 38% extreem arm. Een grootgrondbezitter claimt het eigendomsrecht van uitgestrekte landerijen, ook grondgebied dat aan de gemeenten en de lokale bevolking toebehoort. De streek van Izabal wordt bovendien gekenmerkt door een permanente conflictieve situatie, veroorzaakt door grootschalige landbouwproductie voor de uitvoer, het toerisme waar de plaatselijke bevolking economisch niet beter van wordt en de uitbating van een nikkelmijn, die het milieu en dus ook de bevolking ernstige schade toebrengt.

Op dit ogenblik staan er op de agenda van de Nationale Politie 91 bevelen tot uitzetting van landloze boeren die zowat overal in het land gronden bezetten. De Nationale Coördinatie van Boerenorganisaties zegt dat dit te wijten is aan het feit dat de boeren nergens terecht kunnen, aangezien de grote landeigenaars de vruchtbare gronden ingepalmd hebben.

De Q’echi’ gemeenschappen van de regio Izabal hadden een verzoekschrift gericht aan de regering, waarin ze, met de bemiddeling van de Procureur van de Mensenrechten, de oprichting van een dialoogcommissie op hoog niveau vroegen om de aanslepende problematiek op te lossen. Het gijzelen van eenentwintig politieagenten kon de regering niet bewegen om de problemen rond het grondbezit aan te pakken. Ook de wanhoopsdaad om 4 Belgische toeristen te gijzelen, leidde niet tot onderhandelingen over het grondprobleem.

In plaats daarvan stuurde de regering er politie en leger op af en strafte de hele lokale gemeenschap. Want tijdens de reddingsoperatie in Izabal werd gewelddadig opgetreden tegen de dorpelingen. In één van de gemeenschappen drong de politie alle woningen en gemeenschapslokalen binnen, zoals gebeurde tijdens de burgeroorlog. Tegen de afspraken in die gemaakt werden tijdens de vredesonderhandelingen einde 1996, heeft de regering onder meer militairen ingezet tegen de burgerbevolking, zoals ten tijde van de oorlog.

Een inheemse boer, Mario Caal Bolom, werd volgens plaatselijke getuigen getroffen door een traangasgranaat van de politie en standrechtelijk vermoord. Daarnaast zijn nog tientallen gewonden gemeld. Het Openbaar Ministerie en het Ministerie van Binnenlandse Zaken beweerden dat er geen slachtoffers waren. De rechter, onder wiens jurisdictie de streek valt, weigerde het noodzakelijke onderzoekswerk te verrichten en over te gaan tot de overdracht van het lijk naar het mortuarium.

De Procureur voor de Mensenrechten van zijn kant bevestigt de informatie van de dorpelingen.

Het is hoogst zorgwekkend dat de regering, tegen haar eigen beloften in, niet bereid gebleken is om de zaak ten gronde te bespreken met de boeren en enkel haar toevlucht neemt tot repressie.

Zoals de boerenbewegingen en andere organisaties in Guatemala, betreuren ook wij het feit dat de organisatie in Izabal overgegaan is tot het extreme middel van gijzeling. Maar tegelijkertijd begrijpen we dat ze niet te spreken zijn over het feit dat de regering mensen die rechtmatige eisen stellen, die te maken hebben met recht op leven en voedselveiligheid en dus recht op grond, behandelt als misdadigers. Dit doet denken aan de voormalige ‘doctrine van de nationale veiligheid’, waarbij zij die sociale eisen stellen, beschouwd worden als de ‘interne vijand’.

Daarom vragen we:

- dat de Belgische regering haar bezorgdheid uitdrukt aan Guatemala omwille van de onbuigzaamheid tegenover de rechtmatige eisen van de boerenbevolking;
- dat de Belgische regering er op aandringt dat de Guatemalaanse staat haar verplichtingen, aangegaan bij de ondertekening van de vredesakkoorden (december 1996) voor wat betreft de rechtmatige eisen van de boerenbevolking, zou nakomen.
- dat België op haar beurt een rol speelt door - in het kader van het associatieakkoord dat de Europese Unie aan het voorbereiden is met de Midden-Amerikaanse regio - in een sociale clausule, uitdrukkelijk het onrecht van de grondverdeling en de situatie van de landloze boeren centraal stelt.

Graag willen we hierbij vragen om ons op de hoogte te houden van de door u ondernomen stappen in verband met de hierboven aangehaalde problematiek. Deze groep organisaties is uiteraard ook steeds bereid haar kennis en ervaring in deze ter beschikking te stellen van de overheid.


Hoogachtend,


- OXFAM Solidariteit
- Wereldsolidariteit
- Broederlijk Delen
- ACW- Leuven
- VOLENS vzw
- FIAN Belgium
- TRIAS vzw
- College van burgemeester en schepen, Herent
- SOCIAL ALERT
- Studio Globo vzw
- Vlaams Guatemala Comité
- Inter-cambio vzw
- Honduraswerkgroep
- CATAPA vzw
- De Vrienden van Guatemala – Ieper
- KWIA
- Serge Berten Comité
- 't Mayakind van Nu - Keerbergen
- Stuurgroep voor Rechtvaardigheid en Vrede in Guatemala
- Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging - 11.11.11 vzw


Uit naam van deze groep organisaties,

Guido De Schrijver
Langestraat 6
B-9300 Aalst
BELGIUM

Tel/Fax : +32-53-62.94.76
E-Mail : guidods@skynet.be
Website: http://www.renvrguatemala.net

maandag, april 14, 2008

54 dode Birmese migranten zochten werk in de toeristenoorden Phang-nga en Phuket

Niet alleen in hun eigen land verrichten Birmezen slavenarbeid in de constructie van toeristische infrastructuur. Ook in buurland Thailand gaan ze aan de slag aan barslechte voorwaarden. Al gaat het in Thailand niet om gedwongen arbeid zoals in hun thuisland, ze werken er illegaal met alle gevolgen van dien voor hun arbeidsrechten.


zondag, april 06, 2008

Israël vakantieland zoals een ander?

Jetair wil Israël opnieuw promoten als vakantieland. Ze dienen daarbij de politieke intenties van het land en beelden het land uit als één en ondeelbaar, van de Jordaan tot aan de Middelandse zee. Ze hebben niet alleen een aparte Israël-brochure, maar bieden met VTB sinds 23 maart ook rechtstreekse vluchten aan tussen Luik en Tel Aviv. Als ze in de brochure spreken over besneeuwde bergtoppen en de groene vruchtbare valleien vermelden ze er niet bij dat Israël deze gebieden heeft gestolen van Syrië en de Palestijnen. Wanneer men het heeft over "een smeltkroes van volkeren en culturen en de bakermat van de drie grote wereldreligies waar ook christenen en moslims hun thuis vonden," zwijgt men over de etnische zuiveringen van 1948 en 1967 en het verdrijven van honderdduizenden Palestijnen en tienduizenden Syriërs en het onwettig annexeren en bezetten van water, gronden, dorpen en steden van Palestina en Syrië.

Tijdens de VTB-groepsreis bezoeken ze onder meer Bethlehem. Zal de begeleider uitleggen dat Bethlehem in bezet gebied ligt? Zal ie de juiste uitleg geven bij de apartheidsmuur die een groot stuk van de stad omcirkelt en afsnijdt van haar hinterland? Zullen de toeristen zich vragen stellen bij de volgebouwde heuvels met ommuurde witte apartementsblokken en huizen waarop de israëlische vlag wappert? Het zijn illegale kolonies op gestolen land van de palestijnen die voortdurend uitgebreid worden. Ook al vinden ze niet genoeg joodse kolonisten om ze te bevolken aan het tempo dat ze gebouwd worden. Op de kaart van het AIC kan je zien hoe de rode vlekken de bezette gebieden inpalmen en het gebied omtoveren in een nieuw 'Bantustan'. Misschien rijd de bus met toeristen wel over de apartheidsweg van de kolonisten, waar palestijnen niet op mogen. De presentatie op de Jetair site van deze reis doet vermoeden dat toeristen die iets meer willen begrijpen van het 'conflict' van een kale reis zullen thuiskomen.

maandag, maart 10, 2008

Plattelandstoerisme steeds populairder

BERLIJN, 9 maart 2008 (IPS) - Toerisme zit wereldwijd in de lift en dat was te merken aan de optimistische sfeer tijdens de 42ste International Travel Fair (ITB) in Berlijn, waar 186 landen en regio’s acte de présence gaven. Reizen naar het platteland van ontwikkelingslanden lijkt een nieuwe trend te worden. Een belangrijk thema op de beurs nog tot en met vandaag duurt, was de de impact van toerisme op het milieu en de klimaatverandering. In diverse forums kwamen duurzaamheid en de gevolgen van massatoerisme in sommige regio’s aan de orde. (Clive Freeman)Opvallend was de interesse in de ontwikkeling van toerisme op het platteland van minder populaire toeristenbestemmingen in de wereld. “We zien dat als een nieuwe vorm van toerisme in India”, zei Shilabhadra Banerjee, een hoge ambtenaar van het Indiase Ministerie voor Toerisme. “Wij zijn er erg positief over.”

Op zo’n 124 locaties in India wordt onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor toeristische plattelandsprojecten. Het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP) is betrokken bij een proefproject op 36 verschillende plaatsen in India. Banerjee zei dat India het platteland graag toegankelijker wil maken voor buitenlandse toeristen. “Veel plattelandsdorpen kennen nog traditionele gewoonten en ambachten. Of het nu gaat om het maken van textiel of het bereiden voedsel, het is er allemaal te vinden.”

Lees verder op de site van IPS

zondag, maart 02, 2008

De Mapuché kunnen hun economie zelf organiseren


Een interessante discussie op de MO* site over de emancipatie mogelijkheden van inheemse volkeren. Tijs Boelens, die een wereld blog bijhoudt op de MO* site, schreef een open brief aan Vlaams Minister voor Internationale Samenwerking Geert Bourgeois, over diens steun aan de Mapuche indianen in Chili. De Minister antwoordde op de MO* site. Alhoewel er in beide brieven heel zinnige dingen staan wordt er grotendeels langs elkaar heen gepraat. Boelens betoogt dat de Vlaamse steun te veel op neoliberale leest geschoeid is en geen rekening houdt met de specifieke 'economische cultuur' van de Mapuche's. Net zoals voor vele andere inheemse volkeren is het alomtegenwoordige marktdenken hen vreemd, al is het maar omdat privé-eigendom een concept is dat lijnrecht ingaat tegen de fundamenten van hun samenleving. Minister Bourgeois wil graag geloven dat de ontwikkeling van een lokaal ingebedde bedrijfssector de sleutel is tot ontwikkeling en vervolgens emancipatie voor de inheemse bevolking. Beide zienswijzen lijken op het eerste zicht onverzoenbaar maar is dat wel zo?

Het gaat er bij de Mapuché's dus niet zomaar om het niet willen aannemen van 'algemeen geldende economische principes.' Ten eerste zijn die laatste ook slechts het product van een economische doctrine die weliswaar veel succes heeft op het internationale politieke toneel. Maar die principes zijn dus allerminst het gevolg van een natuurwet. En verder hebben de Mapuché (die overigens uit verschillende onderscheiden bevolkingsgroepen bestaan) ook wel goede redenen om wantrouwig te zijn. Ze hebben een geschiedenis achter de rug waarin hun vertrouwen in het blanke bestuur keer op keer misbruikt werd. En meer fundamenteel: het neoliberale marktdenken hanteert enkele basisprincipes die diametraal staan tegenover principes die hun samenleving kenmerken. Zo gaat het privébezit als basis voor de economische relaties in tegen hun collectieve manier om met eigendom om te gaan. En vermits vele culturele gebruiken verbonden zijn met landbouw en economische relaties is het niet eenvoudig om kapitalistische manieren van kapitaal verwerving te adopteren om tot ontwikkeling te komen. Minister Bourgeois wil de Mapuché steunen door het stimuleren van lokaal ondernemerschap - hij denkt aan een gelijkaardige ontwikkeling zoals in Vlaanderen waar kleine en middelgrote ondernemingen inderdaad voor een groot stuk van de welvaart zorgen. Je kan je echter de vraag stellen of het stimuleren van privé-ondernemerschap mensen binnen de Mapuché-gemeenschap niet uiteen zal spelen en hun cultuur doet 'fossiliseren' oftewel verbant naar musea.

Maar waarom zouden er geen mengvormen mogelijk zijn? In de Noord-Braziliaanse provincie Céara zijn er verscheidene dorpen die hun toerisme in eigen handen genomen hebben. Met de hele gemeenschap investeerden ze in infrastructuur zoals een hotel, ze organiseren toeristische uitstappen met medewerking van de verschillende ambachten die in de dorpen aanwezig zijn. Tegelijk stimuleren ze het ontstaan van een beperkte private sector: kleine bedrijfjes die mee profiteren van het toerisme. De objectieven: het ontwikkelen van een stabiele economische sector voor het dorp; bieden van perspectief aan werkloze jongeren die anders vluchten naar de grote steden; het beheersbaar maken en houden van een toerismesector die ze grotendeels zelf in handen houden.

Belangrijk is vooral dat de gemeenschap zelf kan beslissen hoe ze haar eigen lot in handen wil nemen en of ze vormen van privé-ondernemerschap wil opnemen in haar ontwikkelingsstrategie. Belangrijk is ook dat individuen binnen de gemeenschap de keuze krijgen om te doen waar ze zich zelf het best bij voelen. Meer avontuurlijk aangelegde mensen zullen wellicht de stap willen zetten naar het ontwikkelen van eigen initiatieven. Dat hoeft niet te leiden naar een breuk binnen de gemeenschap. Deze 'ondernemers' kunnen een preferentiële relatie behouden met de gemeenschap. Er zou kunnen overeengekomen worden dat zij belastingen betalen aan de representatieve leiding van de gemeenschap in plaats van rechtstreeks aan de staat. Anderen kunnen binnen collectieve initiatieven taken opnemen en daar een loon voor ontvangen.

Dat alles veronderstelt een aangepast juridisch kader dat ook het bestaan van collectief eigendom erkent en veilig stelt als mensen daar voor kiezen. En een bestuurlijk kader dat voldoende macht toekent aan lokaal ingebedde autoriteiten, met gegarandeerde overleg platformen met de hogere overheid. Aan de basis van dat overleg ligt noodzakelijkerwijze de erkenning van het zelfbeschikkingsrecht van de gemeenschap. Met andere woorden, ze moeten zelf kunnen bepalen hoe ze hun economische ontwikkeling willen aanpakken.

donderdag, februari 07, 2008

De Afrikaan wil toerisme

Het laatste nummer van 'IS Internationale Samenwerking' - het maandblad van de NCDO (Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling) - wijdde een groot deel van zijn nummer aan duurzaam toerisme. In een essay schrijft Wouter van Beek van het Afrika Studiecentrum (Universiteit van Tilburg) dat de Afrikaan wel degelijk toerisme wil. Nogal wiedes, want toerisme kan veel geld opbrengen. Het is ook een kans om met Westerlingen in contact te komen. Maar: het moet wel op een duurzame manier gebeuren...

Argentijnse gletsjer ten onder aan eigen succes

Eén van de vele voorbeelden waar een slecht beheer van de toeristische troeven toe kunnen leiden...
BUENOS AIRES, 7 februari 2008 (Marcela Valente, IPS) - De gigantische Perito Moreno-gletsjer in het zuiden van Argentinië is vijf kilometer breed en tot zeventig meter hoog. Een prachtig gezicht, maar ook een grote bedreiging voor de omgeving. De toevloed van toeristen doet het milieu er immers geen goed.

De Perito Moreno is zonder meer de grootste attractie in Los Glaciares, een nationaal park in het zuiden van de provincie Santa Cruz in Patagonië. De voorbije zeven jaar is het aantal toeristen dat van over de hele wereld naar de gletsjer komt kijken gestegen van vijfduizend naar meer dan een half miljoen per jaar.

De steigers die de bezoekers een goede kijk bieden op de gletsjer, groeiden mee. Aanvankelijk waren ze 1400 meter lang, maar nu zijn er al meer dan vier kilometer steigers gebouwd waarop de toeristen kunnen wandelen om de ijsmassa’s te bewonderen.

Tachtig kilometer verderop barst ook de stad El Calafate uit haar voegen. Tien jaar geleden woonden er nog vierduizend mensen, nu zijn dat er al twintigduizend – de toeristen in de bijna honderd hotels niet meegerekend. Elk jaar verwelkomt de stad ongeveer 2700 nieuwe bewoners, die aangetrokken worden door de mogelijkheden in de bouw en het toerisme.

Staatsportret voor gletsjer

Het toerisme in de regio ging vooral snel groeien tijdens de regering van president Néstor Kirchner (2003-2007), die zelf afkomstig is uit Santa Cruz en er drie ambtstermijnen lang gouverneur was. Kirchner heeft er samen met zijn vrouw, de huidige presidente Cristina Fernández, nog steeds een vakantieoptrekje. De talrijke foto’s met buitenlandse staatshoofden tegen de achtergrond van de gletsjer hebben de populariteit van de trekpleister geen kwaad gedaan.

Maar milieugroeperingen stellen steeds meer vragen bij de expansie van de toeristische sector in de regio. Zo is er een groeiende vervuiling van het Argentinomeer, dat door de gletsjer gevoed wordt. “De toeristen die hier komen, zijn hoog opgeleid en willen de natuur observeren, vogels zien en wandelen”, zegt Liliana Frías, een ecologe die voor een plaatselijke milieubeweging werkt. “Maar nu gaat de sector op zoek naar een nieuwe categorie toeristen die meer koopkracht hebben.” Daarom worden luxehotels en casino’s gebouwd, die het uitzicht van de stad veranderen en het milieu zwaar belasten.

Veel hotels halen hun water immers uit natuurlijk bronnen en lozen hun ongezuiverde afvalwater rechtstreeks in de Baai van Redonda in het Argentinomeer. In het water daar worden nu al duidelijk grotere hoeveelheden gevaarlijke bacteriën gemeten. “Het bestaande rioleringsnet kan de hoeveelheid afvalwater niet aan”, zegt Frías. “Over twee jaar worden er een nieuwe rioleringen aangelegd, maar we hebben nu snel kleine installaties nodig om het afvalwater te verwerken.”

Frías heeft ook ernstige twijfels bij een plan van de gemeente om een dam aan te leggen om watersport en andere vormen van recreatie mogelijk te maken. De dam moet het waterpeil in het meer stabiel houden. Nu stijgt of daalt dat naarmate er grote stukken van de gletsjer afbreken. Milieubewegingen maken zich zorgen dat het afval dat aan de kust van El Calafate in het meer geworpen wordt, zich zal ophopen in de afgesloten waterkom. Maar ze vrezen ook dat een verandering in het natuurlijk ritme van de waterstanden de duizenden vogels in gevaar zal brengen die in de moerassen broeden.

IPS(JG, PD)

vrijdag, februari 01, 2008

De mythe van de onontdekte wereld

Van 14 tot 18 januari was het vakantiebeurs in Utrecht. Yvon Bloem van Stichting Bloem (lees interview) ging er met een kritische blik naar toe. Yvon was niet te spreken over de manier waarop de toerisme-industrie de wereld nog steeds aan de bezoekers presenteerde. Ze haalt dan ook enkele pregnante voorbeelden aan.

vrijdag, januari 25, 2008

Palestine & Palestinians: uitmuntende reisgids van de ‘Alternative Tourism Group’

Een toeristische gids exclusief over Palestina? Maar Palestina is toch geen land… kan dat dan niet als onderdeel van een gids over Israël? En overigens: “is het daar niet erg gevaarlijk met alleen maar stenen gooiende jongeren?” Dit soort gemeenplaatsen hoor je vaak als dit boek opduikt in een café-conversatie. De reacties tonen aan hoezeer ons gebrek aan kennis over dat Bijbelse land in het nadeel speelt van een volk dat in de internationale media dagelijks het onderspit moet delven. Het kan dan ook moeilijk anders dat de dagelijkse realiteit van dit onderdrukte volk aandacht krijgt in deze reisgids. Maar daarnaast blijkt het historische Palestina ook een zeer mooi land met een enorme weelde aan cultuurhistorisch erfgoed en bovenal een bevolking die je met open armen ontvangt.

Duurzaam toerisme begint vaak bij een goede reisgids. Palestine & Palestinians is precies dat: een heel leesbare en interessante gids, gemaakt volgens alle regels van het vak en goed voorzien van alle praktische informatie die je nodig hebt als reiziger. Gedetailleerde informatie over hotels, restaurants, (internet)cafés maar ook banken, boekenwinkels, postdiensten en diverse interessante organisaties.

De gids onderscheidt vijf regio’s: Jeruzalem, de bezette Westelijke Jordaanoever, de bezette Gaza strook, de bezette Syrische Golan-hoogte en tenslotte de ‘gebieden van 48.’ Met deze laatste regio bedoelen ze drie gebieden binnen het huidige grondgebied van Israël waar meer dan een miljoen Palestijnen wonen in kampen en niet erkende dorpen, dorpen die zelfs niet voorkomen op Israëlische kaarten. Het zijn vluchtelingen in hun eigen land, ze ontsnapten in 1948 aan de massale deportaties maar verloren evengoed hun land en hun huizen. Sindsdien zijn ze onderworpen aan een hele reeks discriminerende wetten en worden ze grotendeels genegeerd door de Israëlische overheid. De laatste 15 jaar nam de repressie op hun dorpen toe met geregelde aanvallen van boze Joodse Israëli. Dit stuk van de gids toont aan hoezeer Palestijnen deel uitmaken van het land tussen Middellandse Zee en Jordaan. De vele historische plaatsen, inclusief bekende namen zoals Accra en Safad getuigen van een eeuwenlange Palestijnse geschiedenis.

Het deel over Jeruzalem behandelt veel meer dan de historische stad binnen de 16e eeuwse omwalling van Sultan Suleiman al-Kanouni, beter bekend als Suleiman de Grote. Al zal je als bezoeker eerst en vooral onweerstaanbaar aangetrokken worden door de prachtige middeleeuwse stad met de gouden koepel van de rots die erboven uit torent. De verschillende wijken worden besproken met van alle culturele bezienswaardigheden de praktische info er meteen bij. Informatie over eten, slapen en transport is telkens achteraan het hoofdstuk te vinden. Maar ook de rest van Oost-Jeruzalem (waar de oude stad deel van uitmaakt), West-Jeruzalem en alle recente Israëlische aanhechtingen komen aan bod.
De Westbank is de strook land ten westen van de Jordaan dat het meest wordt geassocieerd met Palestina. Een strook die nog nauwelijks als dusdanig bestaat gezien de voortdurend verdere opdeling in steeds kleinere stukjes land door de bezettende macht. Oprukkende kolonies, de muur die stukken grond opslokt, de proliferatie van checkpoints, dat alles maakt dat het voor Palestijnen steeds moeilijker wordt zoniet onmogelijk om zich nog te verplaatsen. Als buitenstaander krijg je doorgaans nog steeds een voorkeursbehandeling door de militairen. Hier rondreizen zou je kunnen zien als een authentieke vorm van oorlogstoerisme en dus enigzins bedenkelijk maar reizigers die het meemaken getuigen van een aangrijpend e realiteit. Bovendien komen ze terug met verhalen van warme ontmoetingen met een volk dat ondanks haar dagelijkse miserie haar appreciatie laat blijken wanneer buitenlanders interesse tonen voor hun situatie. ATG en andere Palestijnse ngo's beschouwen elk bezoek aan hun gebieden als een vorm van solidariteit, m.a.w. ze hebben niet liever dan dat er mensen komen.
De Gazastrook is sinds het weghalen van de kolonisten niet meer opgedeeld maar zijn kleine oppervlakte en de totale controle van de Israëli's over zijn grenzen maken van het gebied in de praktijk één grote gevangenis. De bevolking verarmt ondertussen zienderogen, werken noch handel drijven is mogelijk en men leeft van buitenlandse, meestal Europese, hulp. Een bezoek aan de Gaza is een overrompelende ervaring zo vermeldt de reisgids. Er is wel degelijk heel wat te zien, het gebied is al duizenden jaren een kruispunt van heel diverse beschavingen. Maar wellicht zal een wandeling door het overbevolkte Gazastad met muren vol kogelgaten de grootste indruk nalaten.
De bezette Syrische Golanhoogte tenslotte is een gebied dat zo'n 1000 meter boven de zeespiegel ligt. In het noorden torent Mount Herman 2814 meter boven het drielandenpunt uit (Libanon, Syrië en de Golan). Een waterrijk gebied met stokoude verlaten dorpen, het beroemde middeleeuwse kasteel van Nimrod en veel appel boomgaarden.

Het boek wordt ingeleid met een stevig stuk geschiedenis maar ook geografie en cultuur komen ruim aan bod. Een apart hoofdstuk behandeld hot items zoals de bezetting, de muur (door de Palestijnen ‘apartheidsmuur’ genoemd, de Israëli spreken over ‘veiligheidshek’ – een 8 meter hoge muur van meer dan 200 km lang die aan elke kant 50 meter bufferruimte in neemt kan je echter moeilijk nog een hek noemen), de kolonies en de checkpoints. Allemaal begrippen waar je letterlijk onmogelijk rond kan als je door Palestina reist.
ATG organiseert zelf ook verblijven en begeleide rondreizen in Palestina. Ze werken daarvoor samen met het ‘Centrum voor Alternatieve Informatie’ (AIC) en het ‘Israëlische Comité tegen het vernietigen van huizen.’ Via hun reisprogramma’s kan je vele mensen ontmoeten maar krijg je ook een goed beeld van het Palestijnse verleden en heden. Je ervaart wat het leven onder militaire bezetting betekent. Tijdens het seizoen kan je meedoen met de olijvenoogst, één van de traditionele producten waarop de wankele Palestijnse economie berust.

Het boek (ATG, Beit Sahour, Palestina) kan je bestellen via het Vlaams Palestina Komitee: tel: 02-501 67 44 of vpk@VlaamsPalestinaKomitee.be

dinsdag, januari 22, 2008

Mauritaans toerisme in zak en as

NOUACKCHOTT, 21 januari 2008 (InfoSud/vertaling IPS) - De annulering van de Dakarrally is een zware tegenvaller voor de ontluikende toeristische industrie in Mauritanië. Hoteliers, kamelenverhuurders en toeroperators nemen het een land als Frankrijk vooral kwalijk dat het Mauritanië in een moeite door als “gevaarlijke bestemming” bestempelde.

Vorige week werden in Guinee-Bissau twee moslimextremisten gearresteerd die op 24 december in Mauritanië vier Franse toeristen hadden vermoord. Toen drie dagen later drie Mauritaanse soldaten werden vermoord door vermeende aanhangers van al-Qaida, besloot de organisatie van de Dakarrally op 5 januari de grote race door de Sahara af te gelasten.
.


Op 11 januari riepen de vakbonden en de partijen van meerderheid en oppositie op tot een grote betoging in Nouakchott tegen het moslimterrorisme. “Laat ons vooral denken aan de stabiliteit van het land en vrede tussen de burgers”, zei een aanhanger van de oppositie. Sinds de aanslagen reizen imams en godsgeleerden door heel het land om uit te leggen dat dergelijke daden niet stroken met de islam.

Kameeltrekkings afgelast
Terwijl het hele land zijn best doet om het prille democratiseringsproces te redden, lijkt voor de toeristische sector alle hulp te laat te komen. Toeroperators die rondreizen in de woestijn aanbieden, hebben hun activiteiten voor het seizoen 2007-2008 gestaakt. Het toerisme dankt zijn succes voor een stuk aan de zichtbaarheid door de Dakarrally, die Mauritanië aandeed sinds 1979. Het aantal toeristen steeg van 270 in 1976 tot 80.000 in 2007.

De burgemeester van Atar op 450 kilometer ten noorden van Nouackchott verbergt zijn verbittering niet: “We zijn geshockeerd door de weinig vriendschappelijke houding van de Franse regering”, zegt Sid’Ahmed Ould Houmeinet. “De Fransen hebben niet alleen de rally geannuleerd, ze hebben Mauritanië ook afgeraden aan toeristen, ondanks de veiligheidsmaatregelen die de lokale autoriteiten hebben genomen.”

Een delegatie van de organisatoren van de rally had zich enkele dagen voor de annulering positief uitgelaten over de manier waarop de Mauritaanse autoriteiten de veiligheid wilden garanderen. Voor de overheid is het gemakkelijker voor veiligheid te zorgen in de woestijn, waar iedereen elkaar kent en je je moeilijk kan verstoppen, zeggen de lokale bewoners. De aanslagen gebeuren meestal vlak bij de grens. “Ze slaan toe en steken dan de grens over met Mali of Algerije, waar ze zich gemakkelijker kunnen onderduiken”, zegt een kameeldrijver.

Doodsteek
Voor de hoteliers, de mensen die kamelen verhuren, de woestijngidsen, de chauffeurs en het horecapersoneel wordt het ongetwijfeld een rampzalig seizoen. De annulering van de Dakarrally is de doodsteek voor het imago van Mauritanië, dat voortaan als “gevaarlijk land” geldt. Ten onrechte, vindt Mouhamed Zeidane van de Dienst voor Toerisme.

De weinige toeristen die toch doorsijpelen tot in de streek van Adrar voor een kameeltrekking worden nog meer dan vroeger met open armen ontvangen. “De westerse pers heeft van een mug een olifant gemaakt”, betreurt Justice Buma, een Fransman die sinds 11 jaar in Mauritanië woont en samen met zijn echtgenote de herberg Bâb Sahara uitbaat. (InfoSud/vertaling IPS)

Boubacar Sylla - IPS(MC, PD)

maandag, januari 21, 2008

Touroperators slaan munt uit klimaatverandering

TORONTO, 20 januari 2008 (IPS) - Haast je, voor de laatste ijsberen, pinguïns of poolkappen voor altijd verdwenen zijn! Met dergelijke boodschappen probeert een groeiende toeristische sector munt te slaan uit de klimaatverandering.

De opwarming van de aarde zorgt voor grote veranderingen. Eilanden zullen opgeslokt worden door de zee, terwijl er nieuw land ontstaat waar ijs en gletsjers wegsmelten. Dieren en planten sterven steeds sneller uit. De reisbureaus maken daar soms letterlijk gebruik van om met slogans als “Bezoek het eilandparadijs van Tuvalu voor het binnenkort overspoeld word” en “Bezoek de polen nu er nog sneeuw en ijsberen zijn.”


Uit een studie van de Unesco blijkt dat overal ter wereld natuurlijke en historische plaatsen in gevaar zijn, van ruïnes in Thailand tot koraalriffen in Belize en eeuwenoude moskeeën in de Sahara.

De reiziger heeft een bijna perverse drang om die bedreigde gebieden, monumenten, planten en dieren te zien voordat ze verdwenen zijn. Daarmee verhoogt hij vaak de druk op de ecosystemen of diersoorten in moeilijkheden. Wetenschappers zijn daarom erg voorzichtig geworden met informatie over zeldzame dieren.

Ecotoerisme

Met ecotoerisme heeft het nog weinig te maken. “Wij willen mensen er toe aanzetten de schoonheid van de natuur te zien en dan iets te doen om die te beschermen”, zegt Ayako Ezaki van de International Ecotourism Society.

De toeristische sector groeit het laatste decennium met 4,3 procent per jaar. Natuurtoerisme, waaronder klimaattrips, groeit bijna driemaal zo snel. Volgens Ezaki proberen de touroperators in de ecosector hun impact op het milieu zoveel mogelijk te beperken. “Toerisme dat niet duurzaam is, brengt het milieu schade toe. Wij proberen dat te veranderen.”

De vereniging heeft daarom een groene gedragscode opgesteld, die door alle leden in bijna honderd landen ondertekend is. Maar er zijn geen inspecties en tot nog toe is niemand op de vingers getikt.

“De sleutel tot onze eigen overleving als touroperator, is het milieu maagdelijk houden”, zegt Prisca Campbell van Quark Expeditions, een Amerikaans bedrijf dat gespecialiseerd in trips naar de poolgebieden. In Antarctica zijn de touroperators jaren geleden al strenge richtlijnen overeengekomen om hun impact in de kwetsbare regio tot een minimum te beperken.

Het toerisme kan ook een positief effect hebben. “De klanten willen pinguïns, ijsbergen en gletsjers zien”, zegt Campbell. Hoewel vaak ze niet komen om de gevolgen van de klimaatverandering te zien, zeggen zes van de tien klanten na de reis volgens Campbell dat ze actie willen ondernemen om het milieu te beschermen. “Het zijn klimaattoeristen, maar ze worden vaak klimaatactivisten”, concludeert hij.

IPS(JG, JS)

donderdag, januari 10, 2008

Maak je reis duurzamer (deel 1)

Wat is eigenlijk duurzaam toerisme? En hoe zorg je ervoor dat het toerisme dat je zelf beoefent 'duurzaam' is? Hoe kan je de impact van je reis beperken en eventuele negatieve effecten op mens en milieu vermijden of zelfs omdraaien? Is die 'duurzaamheid' niet gewoon een hype net zoals 'ecotoerisme;' zijn dat allemaal niet gewoon 'buzz-woorden' van de toerisme-industrie die ons vakantieformules wil verkopen? Wat is het verschil tussen al die termen en wie heeft ze uitgevonden? Iedere reiziger met gezond verstand beseft wel ergens dat sommige toeristische praktijken op zijn minst dubieus zijn. Wat denk je bijvoorbeeld bij grote golfterreinen in de woestijn (Marokko, bij Ouarzazate) of dragers in het hooggebergte op teenslippers (Himalaya, Kilimanjaro, Andes)...

Je zou kunnen zeggen dat thuisblijven het beste is, maar dat is niet realistisch want we willen toch allemaal op tijd en stond op reis? Op ons discussieblog duurzaamtoerisme.blogspot.com gaan we de uitdaging aan om op al deze vragen een beknopt antwoord te formuleren. Vanzelfsprekend is duurzaam toerisme geen exacte wetenschap maar toch bestaan er veel gegevens over en nog beter: is er verrassend veel dat jij zelf kan doen. Anderzijds spelen ook de toerisme-industrie én de overheden een grote rol. In een reeks bijdragen proberen we op ons blog klaarheid te scheppen en linken te geven naar relevante plekken op het web. Soms zullen we feiten geven, vaak zullen onze adviezen ook voor discussie vatbaar zijn: laat jullie dan ook niet tegenhouden om mee te denken en te reageren...
We starten de reeks hieronder met een stukje over de terminologie, zo hebben we dat meteen uit de weg en kunnen we volgende week in een tweede bijdrage bekijken hoe je je reis anders kan plannen.



1) Terminologie

Als je het op café wil hebben over de problemen met het (massa)toerisme dan komen adjectieven zoals 'eco-' en 'verantwoord' steevast naar boven. 'Eco' verwijst naar een toerisme dat meer rekening houdt met de natuur en probeert om de impact van de toerist op het milieu zo klein mogelijk te houden. Verantwoord toerisme is een begrip dat vaagweg verwijst naar de impact op sociaal-economisch vlak maar het adjectief 'verantwoord' laat zoveel ruimte voor interpretatie dat die term eigenlijk nauwelijks meer gebruikt wordt onder toerisme-professionals. Nog andere, zij het iets meer gespecialiseerde buzz-woorden zijn 'community-toerisme' en 'pro-poor toerisme.' De eerste term verwijst naar toerisme bij lokale gemeenschappen die zelf proberen greep te krijgen op toerisme in hun streek of dorp. 'Pro-poor' toerisme werd gelanceerd door ontwikkelingseconomen die de aandacht vestigden op de mogelijkheden van lokaal toerisme tot armoedeverlichting. En recent kan aan het lijstje toegevoegd worden: 'fair trade toerisme.' De link met eerlijke handel werd vooral gelegd nadat toerisme plots opdook in de teksten van internationale handelsonderhandelingen. Toerisme wordt nu beschouwd als een dienst die geleverd wordt door de bezochte landen en waarvoor die landen zelf zich niet zouden mogen beschermen tegen buitenlandse concurrentie (lees GATS in een notedop) omdat dit de vrije concurrentie in gevaar zou brengen. Maar de term die toch het meest wordt gebezigd is duurzaam toerisme (sustainable tourism in het engels). Zowel de ngo's als de Verenigde Naties gebruiken deze term omdat die het volledigste omschrijft waar het over gaat: een toerisme dat zichzelf niet hypothekeert, dat een minimaal of een positief effect heeft op de omgeving, en dat op vier verschillende terreinen: milieu, sociaal-economisch, cultureel en politiek. Duurzaam toerisme past ook in de globale strategie naar meer duurzame ontwikkeling en de implementatie van 'agenda 21' zoals die door de Verenigde Naties werden afgekondigd, wat maakt dat overheden er ook mee weg kunnen om hun eigen toeristische industrie duurzamer te maken (waarover meer in een latere bijdrage.)