vrijdag, januari 25, 2008

Palestine & Palestinians: uitmuntende reisgids van de ‘Alternative Tourism Group’

Een toeristische gids exclusief over Palestina? Maar Palestina is toch geen land… kan dat dan niet als onderdeel van een gids over Israël? En overigens: “is het daar niet erg gevaarlijk met alleen maar stenen gooiende jongeren?” Dit soort gemeenplaatsen hoor je vaak als dit boek opduikt in een café-conversatie. De reacties tonen aan hoezeer ons gebrek aan kennis over dat Bijbelse land in het nadeel speelt van een volk dat in de internationale media dagelijks het onderspit moet delven. Het kan dan ook moeilijk anders dat de dagelijkse realiteit van dit onderdrukte volk aandacht krijgt in deze reisgids. Maar daarnaast blijkt het historische Palestina ook een zeer mooi land met een enorme weelde aan cultuurhistorisch erfgoed en bovenal een bevolking die je met open armen ontvangt.

Duurzaam toerisme begint vaak bij een goede reisgids. Palestine & Palestinians is precies dat: een heel leesbare en interessante gids, gemaakt volgens alle regels van het vak en goed voorzien van alle praktische informatie die je nodig hebt als reiziger. Gedetailleerde informatie over hotels, restaurants, (internet)cafés maar ook banken, boekenwinkels, postdiensten en diverse interessante organisaties.

De gids onderscheidt vijf regio’s: Jeruzalem, de bezette Westelijke Jordaanoever, de bezette Gaza strook, de bezette Syrische Golan-hoogte en tenslotte de ‘gebieden van 48.’ Met deze laatste regio bedoelen ze drie gebieden binnen het huidige grondgebied van Israël waar meer dan een miljoen Palestijnen wonen in kampen en niet erkende dorpen, dorpen die zelfs niet voorkomen op Israëlische kaarten. Het zijn vluchtelingen in hun eigen land, ze ontsnapten in 1948 aan de massale deportaties maar verloren evengoed hun land en hun huizen. Sindsdien zijn ze onderworpen aan een hele reeks discriminerende wetten en worden ze grotendeels genegeerd door de Israëlische overheid. De laatste 15 jaar nam de repressie op hun dorpen toe met geregelde aanvallen van boze Joodse Israëli. Dit stuk van de gids toont aan hoezeer Palestijnen deel uitmaken van het land tussen Middellandse Zee en Jordaan. De vele historische plaatsen, inclusief bekende namen zoals Accra en Safad getuigen van een eeuwenlange Palestijnse geschiedenis.

Het deel over Jeruzalem behandelt veel meer dan de historische stad binnen de 16e eeuwse omwalling van Sultan Suleiman al-Kanouni, beter bekend als Suleiman de Grote. Al zal je als bezoeker eerst en vooral onweerstaanbaar aangetrokken worden door de prachtige middeleeuwse stad met de gouden koepel van de rots die erboven uit torent. De verschillende wijken worden besproken met van alle culturele bezienswaardigheden de praktische info er meteen bij. Informatie over eten, slapen en transport is telkens achteraan het hoofdstuk te vinden. Maar ook de rest van Oost-Jeruzalem (waar de oude stad deel van uitmaakt), West-Jeruzalem en alle recente Israëlische aanhechtingen komen aan bod.
De Westbank is de strook land ten westen van de Jordaan dat het meest wordt geassocieerd met Palestina. Een strook die nog nauwelijks als dusdanig bestaat gezien de voortdurend verdere opdeling in steeds kleinere stukjes land door de bezettende macht. Oprukkende kolonies, de muur die stukken grond opslokt, de proliferatie van checkpoints, dat alles maakt dat het voor Palestijnen steeds moeilijker wordt zoniet onmogelijk om zich nog te verplaatsen. Als buitenstaander krijg je doorgaans nog steeds een voorkeursbehandeling door de militairen. Hier rondreizen zou je kunnen zien als een authentieke vorm van oorlogstoerisme en dus enigzins bedenkelijk maar reizigers die het meemaken getuigen van een aangrijpend e realiteit. Bovendien komen ze terug met verhalen van warme ontmoetingen met een volk dat ondanks haar dagelijkse miserie haar appreciatie laat blijken wanneer buitenlanders interesse tonen voor hun situatie. ATG en andere Palestijnse ngo's beschouwen elk bezoek aan hun gebieden als een vorm van solidariteit, m.a.w. ze hebben niet liever dan dat er mensen komen.
De Gazastrook is sinds het weghalen van de kolonisten niet meer opgedeeld maar zijn kleine oppervlakte en de totale controle van de Israëli's over zijn grenzen maken van het gebied in de praktijk één grote gevangenis. De bevolking verarmt ondertussen zienderogen, werken noch handel drijven is mogelijk en men leeft van buitenlandse, meestal Europese, hulp. Een bezoek aan de Gaza is een overrompelende ervaring zo vermeldt de reisgids. Er is wel degelijk heel wat te zien, het gebied is al duizenden jaren een kruispunt van heel diverse beschavingen. Maar wellicht zal een wandeling door het overbevolkte Gazastad met muren vol kogelgaten de grootste indruk nalaten.
De bezette Syrische Golanhoogte tenslotte is een gebied dat zo'n 1000 meter boven de zeespiegel ligt. In het noorden torent Mount Herman 2814 meter boven het drielandenpunt uit (Libanon, Syrië en de Golan). Een waterrijk gebied met stokoude verlaten dorpen, het beroemde middeleeuwse kasteel van Nimrod en veel appel boomgaarden.

Het boek wordt ingeleid met een stevig stuk geschiedenis maar ook geografie en cultuur komen ruim aan bod. Een apart hoofdstuk behandeld hot items zoals de bezetting, de muur (door de Palestijnen ‘apartheidsmuur’ genoemd, de Israëli spreken over ‘veiligheidshek’ – een 8 meter hoge muur van meer dan 200 km lang die aan elke kant 50 meter bufferruimte in neemt kan je echter moeilijk nog een hek noemen), de kolonies en de checkpoints. Allemaal begrippen waar je letterlijk onmogelijk rond kan als je door Palestina reist.
ATG organiseert zelf ook verblijven en begeleide rondreizen in Palestina. Ze werken daarvoor samen met het ‘Centrum voor Alternatieve Informatie’ (AIC) en het ‘Israëlische Comité tegen het vernietigen van huizen.’ Via hun reisprogramma’s kan je vele mensen ontmoeten maar krijg je ook een goed beeld van het Palestijnse verleden en heden. Je ervaart wat het leven onder militaire bezetting betekent. Tijdens het seizoen kan je meedoen met de olijvenoogst, één van de traditionele producten waarop de wankele Palestijnse economie berust.

Het boek (ATG, Beit Sahour, Palestina) kan je bestellen via het Vlaams Palestina Komitee: tel: 02-501 67 44 of vpk@VlaamsPalestinaKomitee.be

dinsdag, januari 22, 2008

Mauritaans toerisme in zak en as

NOUACKCHOTT, 21 januari 2008 (InfoSud/vertaling IPS) - De annulering van de Dakarrally is een zware tegenvaller voor de ontluikende toeristische industrie in Mauritanië. Hoteliers, kamelenverhuurders en toeroperators nemen het een land als Frankrijk vooral kwalijk dat het Mauritanië in een moeite door als “gevaarlijke bestemming” bestempelde.

Vorige week werden in Guinee-Bissau twee moslimextremisten gearresteerd die op 24 december in Mauritanië vier Franse toeristen hadden vermoord. Toen drie dagen later drie Mauritaanse soldaten werden vermoord door vermeende aanhangers van al-Qaida, besloot de organisatie van de Dakarrally op 5 januari de grote race door de Sahara af te gelasten.
.


Op 11 januari riepen de vakbonden en de partijen van meerderheid en oppositie op tot een grote betoging in Nouakchott tegen het moslimterrorisme. “Laat ons vooral denken aan de stabiliteit van het land en vrede tussen de burgers”, zei een aanhanger van de oppositie. Sinds de aanslagen reizen imams en godsgeleerden door heel het land om uit te leggen dat dergelijke daden niet stroken met de islam.

Kameeltrekkings afgelast
Terwijl het hele land zijn best doet om het prille democratiseringsproces te redden, lijkt voor de toeristische sector alle hulp te laat te komen. Toeroperators die rondreizen in de woestijn aanbieden, hebben hun activiteiten voor het seizoen 2007-2008 gestaakt. Het toerisme dankt zijn succes voor een stuk aan de zichtbaarheid door de Dakarrally, die Mauritanië aandeed sinds 1979. Het aantal toeristen steeg van 270 in 1976 tot 80.000 in 2007.

De burgemeester van Atar op 450 kilometer ten noorden van Nouackchott verbergt zijn verbittering niet: “We zijn geshockeerd door de weinig vriendschappelijke houding van de Franse regering”, zegt Sid’Ahmed Ould Houmeinet. “De Fransen hebben niet alleen de rally geannuleerd, ze hebben Mauritanië ook afgeraden aan toeristen, ondanks de veiligheidsmaatregelen die de lokale autoriteiten hebben genomen.”

Een delegatie van de organisatoren van de rally had zich enkele dagen voor de annulering positief uitgelaten over de manier waarop de Mauritaanse autoriteiten de veiligheid wilden garanderen. Voor de overheid is het gemakkelijker voor veiligheid te zorgen in de woestijn, waar iedereen elkaar kent en je je moeilijk kan verstoppen, zeggen de lokale bewoners. De aanslagen gebeuren meestal vlak bij de grens. “Ze slaan toe en steken dan de grens over met Mali of Algerije, waar ze zich gemakkelijker kunnen onderduiken”, zegt een kameeldrijver.

Doodsteek
Voor de hoteliers, de mensen die kamelen verhuren, de woestijngidsen, de chauffeurs en het horecapersoneel wordt het ongetwijfeld een rampzalig seizoen. De annulering van de Dakarrally is de doodsteek voor het imago van Mauritanië, dat voortaan als “gevaarlijk land” geldt. Ten onrechte, vindt Mouhamed Zeidane van de Dienst voor Toerisme.

De weinige toeristen die toch doorsijpelen tot in de streek van Adrar voor een kameeltrekking worden nog meer dan vroeger met open armen ontvangen. “De westerse pers heeft van een mug een olifant gemaakt”, betreurt Justice Buma, een Fransman die sinds 11 jaar in Mauritanië woont en samen met zijn echtgenote de herberg Bâb Sahara uitbaat. (InfoSud/vertaling IPS)

Boubacar Sylla - IPS(MC, PD)

maandag, januari 21, 2008

Touroperators slaan munt uit klimaatverandering

TORONTO, 20 januari 2008 (IPS) - Haast je, voor de laatste ijsberen, pinguïns of poolkappen voor altijd verdwenen zijn! Met dergelijke boodschappen probeert een groeiende toeristische sector munt te slaan uit de klimaatverandering.

De opwarming van de aarde zorgt voor grote veranderingen. Eilanden zullen opgeslokt worden door de zee, terwijl er nieuw land ontstaat waar ijs en gletsjers wegsmelten. Dieren en planten sterven steeds sneller uit. De reisbureaus maken daar soms letterlijk gebruik van om met slogans als “Bezoek het eilandparadijs van Tuvalu voor het binnenkort overspoeld word” en “Bezoek de polen nu er nog sneeuw en ijsberen zijn.”


Uit een studie van de Unesco blijkt dat overal ter wereld natuurlijke en historische plaatsen in gevaar zijn, van ruïnes in Thailand tot koraalriffen in Belize en eeuwenoude moskeeën in de Sahara.

De reiziger heeft een bijna perverse drang om die bedreigde gebieden, monumenten, planten en dieren te zien voordat ze verdwenen zijn. Daarmee verhoogt hij vaak de druk op de ecosystemen of diersoorten in moeilijkheden. Wetenschappers zijn daarom erg voorzichtig geworden met informatie over zeldzame dieren.

Ecotoerisme

Met ecotoerisme heeft het nog weinig te maken. “Wij willen mensen er toe aanzetten de schoonheid van de natuur te zien en dan iets te doen om die te beschermen”, zegt Ayako Ezaki van de International Ecotourism Society.

De toeristische sector groeit het laatste decennium met 4,3 procent per jaar. Natuurtoerisme, waaronder klimaattrips, groeit bijna driemaal zo snel. Volgens Ezaki proberen de touroperators in de ecosector hun impact op het milieu zoveel mogelijk te beperken. “Toerisme dat niet duurzaam is, brengt het milieu schade toe. Wij proberen dat te veranderen.”

De vereniging heeft daarom een groene gedragscode opgesteld, die door alle leden in bijna honderd landen ondertekend is. Maar er zijn geen inspecties en tot nog toe is niemand op de vingers getikt.

“De sleutel tot onze eigen overleving als touroperator, is het milieu maagdelijk houden”, zegt Prisca Campbell van Quark Expeditions, een Amerikaans bedrijf dat gespecialiseerd in trips naar de poolgebieden. In Antarctica zijn de touroperators jaren geleden al strenge richtlijnen overeengekomen om hun impact in de kwetsbare regio tot een minimum te beperken.

Het toerisme kan ook een positief effect hebben. “De klanten willen pinguïns, ijsbergen en gletsjers zien”, zegt Campbell. Hoewel vaak ze niet komen om de gevolgen van de klimaatverandering te zien, zeggen zes van de tien klanten na de reis volgens Campbell dat ze actie willen ondernemen om het milieu te beschermen. “Het zijn klimaattoeristen, maar ze worden vaak klimaatactivisten”, concludeert hij.

IPS(JG, JS)

donderdag, januari 10, 2008

Maak je reis duurzamer (deel 1)

Wat is eigenlijk duurzaam toerisme? En hoe zorg je ervoor dat het toerisme dat je zelf beoefent 'duurzaam' is? Hoe kan je de impact van je reis beperken en eventuele negatieve effecten op mens en milieu vermijden of zelfs omdraaien? Is die 'duurzaamheid' niet gewoon een hype net zoals 'ecotoerisme;' zijn dat allemaal niet gewoon 'buzz-woorden' van de toerisme-industrie die ons vakantieformules wil verkopen? Wat is het verschil tussen al die termen en wie heeft ze uitgevonden? Iedere reiziger met gezond verstand beseft wel ergens dat sommige toeristische praktijken op zijn minst dubieus zijn. Wat denk je bijvoorbeeld bij grote golfterreinen in de woestijn (Marokko, bij Ouarzazate) of dragers in het hooggebergte op teenslippers (Himalaya, Kilimanjaro, Andes)...

Je zou kunnen zeggen dat thuisblijven het beste is, maar dat is niet realistisch want we willen toch allemaal op tijd en stond op reis? Op ons discussieblog duurzaamtoerisme.blogspot.com gaan we de uitdaging aan om op al deze vragen een beknopt antwoord te formuleren. Vanzelfsprekend is duurzaam toerisme geen exacte wetenschap maar toch bestaan er veel gegevens over en nog beter: is er verrassend veel dat jij zelf kan doen. Anderzijds spelen ook de toerisme-industrie én de overheden een grote rol. In een reeks bijdragen proberen we op ons blog klaarheid te scheppen en linken te geven naar relevante plekken op het web. Soms zullen we feiten geven, vaak zullen onze adviezen ook voor discussie vatbaar zijn: laat jullie dan ook niet tegenhouden om mee te denken en te reageren...
We starten de reeks hieronder met een stukje over de terminologie, zo hebben we dat meteen uit de weg en kunnen we volgende week in een tweede bijdrage bekijken hoe je je reis anders kan plannen.



1) Terminologie

Als je het op café wil hebben over de problemen met het (massa)toerisme dan komen adjectieven zoals 'eco-' en 'verantwoord' steevast naar boven. 'Eco' verwijst naar een toerisme dat meer rekening houdt met de natuur en probeert om de impact van de toerist op het milieu zo klein mogelijk te houden. Verantwoord toerisme is een begrip dat vaagweg verwijst naar de impact op sociaal-economisch vlak maar het adjectief 'verantwoord' laat zoveel ruimte voor interpretatie dat die term eigenlijk nauwelijks meer gebruikt wordt onder toerisme-professionals. Nog andere, zij het iets meer gespecialiseerde buzz-woorden zijn 'community-toerisme' en 'pro-poor toerisme.' De eerste term verwijst naar toerisme bij lokale gemeenschappen die zelf proberen greep te krijgen op toerisme in hun streek of dorp. 'Pro-poor' toerisme werd gelanceerd door ontwikkelingseconomen die de aandacht vestigden op de mogelijkheden van lokaal toerisme tot armoedeverlichting. En recent kan aan het lijstje toegevoegd worden: 'fair trade toerisme.' De link met eerlijke handel werd vooral gelegd nadat toerisme plots opdook in de teksten van internationale handelsonderhandelingen. Toerisme wordt nu beschouwd als een dienst die geleverd wordt door de bezochte landen en waarvoor die landen zelf zich niet zouden mogen beschermen tegen buitenlandse concurrentie (lees GATS in een notedop) omdat dit de vrije concurrentie in gevaar zou brengen. Maar de term die toch het meest wordt gebezigd is duurzaam toerisme (sustainable tourism in het engels). Zowel de ngo's als de Verenigde Naties gebruiken deze term omdat die het volledigste omschrijft waar het over gaat: een toerisme dat zichzelf niet hypothekeert, dat een minimaal of een positief effect heeft op de omgeving, en dat op vier verschillende terreinen: milieu, sociaal-economisch, cultureel en politiek. Duurzaam toerisme past ook in de globale strategie naar meer duurzame ontwikkeling en de implementatie van 'agenda 21' zoals die door de Verenigde Naties werden afgekondigd, wat maakt dat overheden er ook mee weg kunnen om hun eigen toeristische industrie duurzamer te maken (waarover meer in een latere bijdrage.)

dinsdag, januari 01, 2008

Fataal gebrek aan engagement in "Hoe word ik wereldreiziger?"

[Recensie: “Hoe word ik wereldreiziger” van Marcel Gansevoort (Lannoo, 2007)]

Ik kreeg vandaag het boek "Hoe word ik wereldreiziger?" in handen. Het was een teleurstelling. Ik werd er zelfs een beetje triest van. Het boek blinkt namelijk uit in de totale afwezigheid van enige verwijzing naar de verantwoordelijkheid van de reiziger. Als je dit boek uit hebt kan je alleen maar overtuigd zijn van de absolute vrijblijvendheid van het reizen. Volgens dit boek ik reizen een puur individuele aangelegenheid waarop enkel het particuliere belang van de reiziger(s) belangrijk is. Een achterhaalde en trieste visie en toch wel vreemd voor iemand (samensteller Marcel Gansevoort) die zelf zoveel gereisd heeft. Helaas ook een bewijs dat veel reizen helemaal geen garantie is voor enige persoonlijke verrijking of het opbloeien van nieuwe inzichten, zoals in het boek wel door diverse mensen beweerd wordt.

Op bladzijde 15 staat al meteen één van de eerste dooddoeners: "de moderne reiziger ontdekt geen continenten meer, maar vooral zichzelf." Misschien is dat net het grootste probleem: dat de reiziger alleen met zichzelf bezig is. Bovendien: hij of zij mag dan nog denken dat ze zichzelf 'ontdekken,' in de praktijk leren ze hoogstens enkele van hun fysieke en mentale grenzen kennen. Ken je jezelf dan wanneer je weet dat je moet kokhalzen van vieze toiletten of angst hebt van grote hoogten? Natuurlijk niet. Jezelf leren kennen doe je thuis, in je eigen omgeving, door interactie met anderen binnen bekende culturele patronen. Wie op reis vertrekt met de illusie van zelfontdekking reist niet met open vizier en vormt eerder een last voor de omgeving. Je kan onmogelijk oprecht geïnteresseerd zijn in de rest van de wereld wanneer die slechts het decor vormt voor je eigen zelfontplooiing. Hier is dan ook het fundamentele probleem met dit boek: het gaat alleen om het individuele verlangen naar zelfvervulling van de 'wereldreiziger.' Dat de persoon in kwestie zowel zichzelf, het milieu en alle anderen een grote dienst zou bewijzen door gewoon thuis te blijven wordt in dit boek zedig verzwegen.

Nochtans geeft Ton Van Egmond, sociaal psycholoog en docent duurzaam toerisme, enkele aanduidingen in zijn voorwoord: "over het algemeen gaat het om vluchtige ervaringen. Tijdens een verre reis bespreken mensen al waar de volgende reis heengaat. Thuis zijn ze alles snel weer kwijt." In dezelfde paragraaf schrijft ie: "reizen heeft een enorme impact." Klopt, denk je dan. Maar Ton Van Egmond heeft het dan wel over de impact op de reiziger en niet waarover hij het zou moeten hebben nl. de mensen van de ontvangende landen en het milieu zowel daar als hier bij ons.

Momenteel is het internationale toerisme reeds verantwoordelijk voor 5% van de globale CO2 uitstoot. Het zou heel wat helpen als toeristen (of reizigers, want dat is hetzelfde, wat doorwinterde globetrotters ook mogen beweren) wat meer voor duurzame vervoermiddelen zouden kiezen en hun reisgedrag wat beter zouden plannen. Bijvoorbeeld: beperk je vluchten tot de grote afstanden, gebruik waar mogelijk het openbaar vervoer over de grond en beperk je actieradius ter plaatse. Een ander feit: in 2006 werd 733 miljard dollar verdiend aan toerisme. In de armlastige landen van het zuiden vloeide het overgrote deel van de inkomsten terug naar het Westen. Wat je daaraan kan doen als bewuste reiziger? Ervoor zorgen dat zoveel mogelijk van je geld in de lokale economie gaat. Ook al is het comfort wat minder in lokale horeca, je krijgt er onbetaalbaar meer waardevol menselijk contact mee. Tenslotte: toerisme is een verkregen voorrecht van de Westerse middenklasse. In de rest van de wereld kan enkel de elite reizen. Voor de grootste massa van de gewone mensen die je als reiziger tegenkomt is reizen een verre droom. Migranten die met veel moeite en vaak grote investeringen van heel hun familie naar ons toe komen maken geen vrijblijvende reis zoals wij dat doen wanneer we ‘de wereld gaan ontdekken.’ Het zou goed zijn als mensen daar voor hun vertrek op gewezen werd. In “Hoe word ik wereldreiziger” echter geen woord over dit soort wetenswaardigheden. Het is nochtans mogelijk om je reizen een duurzamer karakter te geven. Maar neen: enkel een lijstje met weetjes in de sectie "wel of geen wereldreiziger" waar je bepaald mistroostig van wordt.

Waarom dit gebrek aan engagement in "Hoe word ik wereldreiziger?" Schrik om de consument voor het hoofd te stoten, of om als wereldverbeterend en dus saai afgeschilderd te worden? Alsof we daar niet lang voorbij zijn. Alsof het ook niet hip kan zijn om met je verstand en je hart op dezelfde golflengte leven. Overigens doet zelfs Lonely Planet moeite om zich een duurzamer imago aan te meten door in hun gidsen reizigers te wijzen op hun verantwoordelijkheden.