donderdag, april 30, 2009

Duurzaam Toerisme projecten in de praktijk

Enkele jaren geleden was er nog veel discussie over welke toeristische projecten op het terrein nu wel en welke niet het predicaat 'duurzaam' zouden mogen krijgen. Gesteld dat er al een wereldwijd vastgelegd kwaliteitslabel zou bestaan, wat nog niet echt het geval is. Maar ondertussen kan je al wel spreken van een soort consensus rond het 'wat' en 'hoe' van zo'n label. De meest van die elementen kennen we bij karavaan zeer goed, omdat we er zelf al jaren naar op zoek gaan in onze reizen: stimuleren van de lokale economie door zoveel mogelijk lokale producten te consumeren; Voor onze nachtrust vertrouwen op lokale hotelletjes; Respectvol omgaan met lokale culturen en sociale gevoeligheden; Bewust omgaan met onze impact op natuur en milieu; Betrekken van lokale bevolking bij de uitbouw van lokaal toerisme. Interessante projecten schieten ondertussen overal als paddenstoelen uit de grond. In deze LINK een kleine bloemlezing van mooie projecten die stuk voor stuk een verblijf waard zijn.



Een kritische bedenking van ontwikkelingsexperten op veel van dergelijke projecten gaat over het 'eigenaarschap' van het project. Vele projecten zijn nog steeds het resultaat van blanke investeringen en Westerlingen zijn nog vaak de enige eigenaar. Veronderstelt goede ontwikkeling niet dat lokale ondernemers of gemeenschappen zelf volwaardig eigenaar zijn? Anders blijf je tenslotte zitten in een afhankelijkheidspositie op het niveau werkgever-werknemer en hebben lokale mensen geen inbreng in het beheer van het project. Voorstanders spreken dan over de voorbeeldfunctie en multiplicatorfunctie. Slimme lokale ondernemers zouden 'goede praktijken' overnemen en mee inspelen op wensen van de alsmaar kritisch wordende toerist. En wat dan wanneer er lokaal geen minimumkapitaal te vinden is om de eerste investeringen te bekostigen? Hier is het zogenaamde 'community-toerisme' een interessante piste voor lokale gemeenschappen. Arme dorpjes op het platteland die kampen met een leegloop omwille van gebrek aan perspectieven. Ook hiervan enkele positieve voorbeelden in het zuiden.



Latijns-Amerika

Praia do Batoque is één van de vissersgemeenschappen in de Noord-Braziliaanse provincie Céara, bij de stad Fortaleza. Ze hebben hun toerisme in eigen handen genomen. Door er te verblijven steun je de gemeenschap en kom je waarschijnlijk terug met veel warme contacten. http://br.geocities.com/praiadobatoque/HOME.htm

Edsart Besier vertrok 13 jaar geleden uit Nederland naar Costa Rica. Hij timmerde aan de Caribische kust in het Zuiden van Costa Rica een hoge hut in een oude hoge boom, waar de golven van de Caribische zee altijd te horen zijn. Dit mondde uit in Costa Rica’s Tree House Lodge. De huizen zijn gebouwd van natuurlijk duurzaam en gedeeltelijk gerecycled materiaal. De verwarming en elektriciteit is op basis van zonne-energie: http://www.costaricatreehouse.com


Azië

Wie zoekt naar ecolodges in Indonesië kan terecht op Eco Lodges Indonesie. Bijvoorbeeld Bajo Komodo Eco Lodge in Labuan Bajo, FLORES. Vanaf daar kun je trips maken naar het eiland Komodo voor het zien van de komodovaraan. Deze lodge heeft milieuvriendelijke gebouwen neergezet, met gebruik van zonne-energie voor warm water, een uitgebreid water opvang systeem voor gebruik in de tuinen. Een lokale non-profit organisatie is eigenaar van de lodge met inzet van de lokale bevolking: http://www.ecolodgesindonesia.com

In het Zuiden van India, de provincie Kerala ligt de ecolodge Friday’s Place. De regio heeft een slechte reputatie door ongecontroleerde toeristische ontwikkelingen. Fridays Place is hier de eerste ecolodge die energiezuinig is en ecologisch gebouwd. Friday’s Place was ‘highly commended’ bij de first choice responsible awards in 2006: http://www.kukimedia.com/fridaysplace/index.htm


Afrika

Bulungula ligt aan de wilde kust van Zuid-Afrika, dicht bij Koffie Baai. Een geïsoleerde plek aan de Indische Oceaan. De Lodge gebruikt doet beroep op wind- en zonne-energie voor haar elektriciteit en voert een doorgedreven ecologisch beleid. De Lodge is voor 40% eigendom van het Nqileni-dorpje vlakbij. De bevolking is ook erg betrokken bij het beheer van de lodge en participeert in heel wat toeristische activiteiten: http://www.bulungula.com. Ze hebben als één van de eerste lodges die het Fair-trade label toegekend kregen, zoals je kan lezen op http://www.fairtourismsa.org.za.

Bishangari Lodge werd ooit door de VN naar voor geschoven als voorbeeld tijdens het internationaal jaar van het toerisme. Deze eerder duurdere lodge produceert zijn eigen energie. Ze steunen ook de lokale gemeenschappen in het opzetten van duurzame ontwikkeling projecten: http://www.bishangari.com

dinsdag, april 21, 2009

1492 – Annus horribilis voor Granada

In de oude Andalousische hoofdstad Granada stuit je overal op het jaar 1492. Een echt 'annus horribilis,' ook al beweert de traditionele lezing anders. De merkwaardige opeenvolging van gebeurtenissen die toen plaats vond had niet alleen gevolgen voor de stad Granada maar voor de hele wereld. De loop van de wereldgeschiedenis kreeg er een flinke nieuwe draai door. Vandaag werken de gevolgen van dat jaar nog steeds door in de Zuid-Spaanse stad. Geen bezoek aan Granada zonder een stukje in het moorse verleden te duiken.


Op 2 januari 1492 overhandigde Boabdil, de laatste Moorse koning van het laatste stukje Moors Spanje de sleutels van de stad aan de nieuwe Christelijke machthebbers. De reconquista was daarmee volledig. Ferdinand en Isabella, het katholieke koningspaar van het nieuwe Spanje, gingen door op hun élan. In de lente van 1492 gaven ze hun steun aan een zekere Christoffel Colombus, die hen al maanden stalkte met het uiterst vreemde voorstel om via de Westelijke oceaan een nieuwe vaarroute te vinden naar de rijkdommen van India. Een heel onzekere en risicovolle onderneming waarin het vorstenpaar uiteindelijk toestemde. De roes van de overwinning wellicht? Toen Columbos op 3 augustus vertrok kon niemand bedenken dat hij een volledig nieuw continent zou openleggen als wingewest voor de Spaanse kroon. Op 12 oktober van datzelfde jaar zette Colombus voet aan wal in de Caraïben.

Fundamentalisme

Nog in 1492 werd in Spanje een edict uitgevaardigd dat 400.000 joden het land uit jaagde. Samen met de exodus van de moren naar Noord-Afrika betekende dat een enorme financiële en economische aderlating die Spanje pas in de late 20e eeuw te boven kwam, ondanks de enorme opbrengsten van de kolonies. Terwijl de welvarendste Moren de straat van Gibraltar overvluchtten werden duizenden achtergebleven Moren verplicht zich te bekeren tot het Christendom. Deze 'Moriscos'maakten in opeenvolgende golven van vervolging kennis met het katholieke fundamentalisme. De inquisitie woedde volop en iedereen die niet paste in het beeld van de Inquisitoren kwam in aanmerking voor de repressie.

In Granada startte na de overgave een lange periode van langzaam verval. Als je vanuit de oude stad de Rio Darro stroomopwaarts volgt, daar waar de vallei verdwijnt tussen de uitlopers van de Sierra Nevada, krijg je een idee van de armoede die hier heerste. Na behoorlijk wat klimwerk via de nauwe steegjes en steile trappen van het Albaicín (de oude Arabische wijk) passeer je haast ongemerkt de oude moorse stadsmuur. Welkom in Sacromonte. Hier maken de witgekalkte huizen plaats voor talloze uitgegraven holen in de bergwand. Eén van de vele legendes verhaalt hoe achtergebleven slaven op zoek gingen naar de schatten die hun Islamitische meesters zouden begraven hebben voor hun overhaast vertrek. Ze groeven honderden holen in de steile bergwand maar vonden niets. Totaal berooid, besloten ze te blijven en er hun permanente verblijfplaatsen in te richten. Een leuk verhaal maar waarschijnlijk van geen historische waarde. Toen later Zigeuners zich kwamen vestigen betrokken zij de 'grotten' van Sacromonte. Zij brachten een nieuwe kunstvorm naar Spanje: de flamenco, een Andalusische fusion die in de 20e eeuw Spanje's grootste muzikale exportproduct zou worden, ook al keek de rest van Spanje jaren neer op deze 'zigeuner-muziek.' Nog een buitenlandse gift aan Spanje.

Terug in in het drukke centrum bericht El Pais dat het nationale tv-station TVE werkt aan een nieuwe fictiereeks "Expulsados 1609: la tragedia de los moriscos" over de verdrijving van duizenden bekeerde Moren, die in de 17e eeuw haar hoogtepunt kende. Ook Spanje wil eindelijk in het reine komen met de minder fraaie kanten van zijn verleden.

De erfenis van Al Andaluz

Vandaag de dag floreert het toerisme in Granada, dankzij de Moorse erfenis kan je zeggen, zonder de waarheid geweld aan te doen. Het onvolprezen Alhambra trekt duizenden toeristen per jaar. Al Andaluz is nu een groots marketingargument, niet alleen voor de toeristische diensten van Andalucia maar ook voor propagandisten van een liberale Islam op de hele wereld. Toeristen van overal worden erdoor verleid - de oohs en aahs zijn niet van de lucht wanneer het lange wachten beloont wordt door de muren van virtuoos bewerkt albast en de kostbare mozaïek plafonds van ingelegd hout in het paleis van de sultan, het belangrijkste onderdeel van het Alhambra.

In het discours van Islam propagandisten gaan de namen van de herontdekte folosofen Ibn Khaldun en Averroës de laatste jaren vlot over de tong. Beide kwamen uit Al Andaluz. Ibn Khaldun wordt beschouwd als de grondlegger van de sociologie, Averroës leverde baanbrekend werk in de theoretische filosofie, ze hadden beide een zeer open kijk op religie. In hun teksten zien ze het bewijs dat de liberale, tolerante en intellectueel stimulerende Islam mogelijk is want ze bestond reeds: in het Moorse Spanje van voor de reconquista.

Hedendaagse inwijkelingen uit Marokko kiezen ondertussen meer voor het welvarende noorden van Spanje. Ze schuimen de straten van Barcelona af op zoek naar een beter leven. Andalucia is immers het arme broertje in de Spaanse federatie. Al merk je weinig van die relatieve armoede in de oude binnenstad van Granada waar de recente welvaart ook is doorgedrongen. In de oude wijken hebben slimme nieuwe Moriscos theehuizen geopend waar je in een 1000 en één nacht-achtige omgeving exotische thee's kan degusteren en waterpijp kan roken, iets wat vandaag de dag in Marokko helemaal als ouderwets wordt bekeken maar wat in Granada onder jonge rugzaktoeristen en anderen een echte hit bleek.

In het centrum van de stad daarentegen, daar stroomt het leven in de beste mediterrane traditie, op schaduwrijke straten en pleintjes, onder sinaasappelboompjes, met 'churros con chocalate' en veel geroezemoes. Hoe dan ook, Granada bezoeken is en blijft een verrukking.

maandag, april 20, 2009

Medisch toerisme moet bloeding Costa Ricaanse reissector stelpen

(IPS) SAN JOSÉ: Costa Rica probeert meer Amerikaanse toeristen zijn ziekenhuizen te leren kennen. Rijke buitenlanders die in het relatief goedkope vakantieparadijs hun gebit laten verzorgen of hun figuur doen corrigeren, moeten de achteruitgang goedmaken die het traditionele toerisme door de crisis doet optekenen.

Costa Rica heeft een internationale reclamecampagne gelanceerd om zogenaamde medische toeristen aan te lokken - buitenlanders die een exotische reis met een medische behandeling combineren. De regering probeert ook meer private ziekenhuizen te doen beantwoorden aan de strenge normen van de Joint Commission International (JCI), een internationale instantie die het medisch toerisme in goede banen probeert te leiden. Momenteel hebben maar drie Costa Ricaanse ziekenhuizen een accreditatie van de JCI, en dat zet een rem op de groei van de sector.

Medische ingrepen en een ziekenhuisverblijf zijn in nogal wat ontwikkelingslanden duidelijk goedkoper dan in rijke landen waar de sociale zekerheid te wensen overlaat. Landen als India, Thailand, Maleisië en de Verenigde Arabische Emiraten verdienen daar al goed aan.



Medische hotels

Ook Costa Rica is geen nieuwkomer meer in de sector. Vorig jaar kreeg het kleine Midden-Amerikaanse land ongeveer 100.000 buitenlanders op bezoek die zich er lieten behandelen in een privé-ziekenhuis. Dat leverde het land naar schatting 60 miljoen dollar op, een toename met 20 procent tegenover 2007. Het voorbije jaar hebben in Costa Rica ook de eerste medische hotels de deuren geopend, instellingen met eigen medisch personeel, aangepaste kamers en alle luxe die vijfsterrenhotels te bieden hebben.

Minister van Toerisme Ricardo Benavides maakt zich sterk dat Costa Rica in de medische niche nog een veel groter internationaal marktaandeel kan verwerven dan de 1,5 procent waar het land nu is aanbeland. Die groei is hard nodig, want de internationale economische crisis heeft een negatief effect op het klassieke toerisme.

Costa Rica mikt vooral op Amerikaanse patiënten. Voor mensen uit het zuiden van de VS is het land vlakbij, er zijn goede vliegverbindingen tussen de twee landen en ook de hotelinfrastructuur en politieke stabiliteit vallen in de smaak van Amerikaanse bezoekers. De Wereldgezondheidsorganisatie oordeelt ook dat de Costa Ricaanse gezondheidssector beter is dan de Amerikaanse.

De medische disciplines die in Costa Rica de grootste aantrekkingskracht uitoefenen op buitenlandse bezoekers zijn oog- en tandheelkunde, gevolgd door plastische chirurgie, orthopedie, neurochirurgie en gynaecologie. Toeristen kunnen volgens de Costa Ricaanse regering tussen 30 en 60 procent besparen in vergelijking met wat ze thuis zouden betalen. Maar een bypassoperatie kan in de VS tot vier keer meer kosten dan in Costa Rica.

Buitenlandse patiënten en hun verwanten blijven gemiddeld twee weken in Costa Rica en geven daar meer dan 3.000 dollar aan uit, maar toch zijn ze nog duidelijk goedkoper af dan wanneer ze zich thuis laten verzorgen. Het is “evident” dat een behandeling in Costa Rica voor toeristen goedkoper is dan in eigen land, zegt minister Benavides, en de crisis maakt volgens hem dat steeds meer mensen daar gevoelig voor worden.

PD
Copyright IPS