zondag, maart 02, 2008

De Mapuché kunnen hun economie zelf organiseren


Een interessante discussie op de MO* site over de emancipatie mogelijkheden van inheemse volkeren. Tijs Boelens, die een wereld blog bijhoudt op de MO* site, schreef een open brief aan Vlaams Minister voor Internationale Samenwerking Geert Bourgeois, over diens steun aan de Mapuche indianen in Chili. De Minister antwoordde op de MO* site. Alhoewel er in beide brieven heel zinnige dingen staan wordt er grotendeels langs elkaar heen gepraat. Boelens betoogt dat de Vlaamse steun te veel op neoliberale leest geschoeid is en geen rekening houdt met de specifieke 'economische cultuur' van de Mapuche's. Net zoals voor vele andere inheemse volkeren is het alomtegenwoordige marktdenken hen vreemd, al is het maar omdat privé-eigendom een concept is dat lijnrecht ingaat tegen de fundamenten van hun samenleving. Minister Bourgeois wil graag geloven dat de ontwikkeling van een lokaal ingebedde bedrijfssector de sleutel is tot ontwikkeling en vervolgens emancipatie voor de inheemse bevolking. Beide zienswijzen lijken op het eerste zicht onverzoenbaar maar is dat wel zo?

Het gaat er bij de Mapuché's dus niet zomaar om het niet willen aannemen van 'algemeen geldende economische principes.' Ten eerste zijn die laatste ook slechts het product van een economische doctrine die weliswaar veel succes heeft op het internationale politieke toneel. Maar die principes zijn dus allerminst het gevolg van een natuurwet. En verder hebben de Mapuché (die overigens uit verschillende onderscheiden bevolkingsgroepen bestaan) ook wel goede redenen om wantrouwig te zijn. Ze hebben een geschiedenis achter de rug waarin hun vertrouwen in het blanke bestuur keer op keer misbruikt werd. En meer fundamenteel: het neoliberale marktdenken hanteert enkele basisprincipes die diametraal staan tegenover principes die hun samenleving kenmerken. Zo gaat het privébezit als basis voor de economische relaties in tegen hun collectieve manier om met eigendom om te gaan. En vermits vele culturele gebruiken verbonden zijn met landbouw en economische relaties is het niet eenvoudig om kapitalistische manieren van kapitaal verwerving te adopteren om tot ontwikkeling te komen. Minister Bourgeois wil de Mapuché steunen door het stimuleren van lokaal ondernemerschap - hij denkt aan een gelijkaardige ontwikkeling zoals in Vlaanderen waar kleine en middelgrote ondernemingen inderdaad voor een groot stuk van de welvaart zorgen. Je kan je echter de vraag stellen of het stimuleren van privé-ondernemerschap mensen binnen de Mapuché-gemeenschap niet uiteen zal spelen en hun cultuur doet 'fossiliseren' oftewel verbant naar musea.

Maar waarom zouden er geen mengvormen mogelijk zijn? In de Noord-Braziliaanse provincie Céara zijn er verscheidene dorpen die hun toerisme in eigen handen genomen hebben. Met de hele gemeenschap investeerden ze in infrastructuur zoals een hotel, ze organiseren toeristische uitstappen met medewerking van de verschillende ambachten die in de dorpen aanwezig zijn. Tegelijk stimuleren ze het ontstaan van een beperkte private sector: kleine bedrijfjes die mee profiteren van het toerisme. De objectieven: het ontwikkelen van een stabiele economische sector voor het dorp; bieden van perspectief aan werkloze jongeren die anders vluchten naar de grote steden; het beheersbaar maken en houden van een toerismesector die ze grotendeels zelf in handen houden.

Belangrijk is vooral dat de gemeenschap zelf kan beslissen hoe ze haar eigen lot in handen wil nemen en of ze vormen van privé-ondernemerschap wil opnemen in haar ontwikkelingsstrategie. Belangrijk is ook dat individuen binnen de gemeenschap de keuze krijgen om te doen waar ze zich zelf het best bij voelen. Meer avontuurlijk aangelegde mensen zullen wellicht de stap willen zetten naar het ontwikkelen van eigen initiatieven. Dat hoeft niet te leiden naar een breuk binnen de gemeenschap. Deze 'ondernemers' kunnen een preferentiële relatie behouden met de gemeenschap. Er zou kunnen overeengekomen worden dat zij belastingen betalen aan de representatieve leiding van de gemeenschap in plaats van rechtstreeks aan de staat. Anderen kunnen binnen collectieve initiatieven taken opnemen en daar een loon voor ontvangen.

Dat alles veronderstelt een aangepast juridisch kader dat ook het bestaan van collectief eigendom erkent en veilig stelt als mensen daar voor kiezen. En een bestuurlijk kader dat voldoende macht toekent aan lokaal ingebedde autoriteiten, met gegarandeerde overleg platformen met de hogere overheid. Aan de basis van dat overleg ligt noodzakelijkerwijze de erkenning van het zelfbeschikkingsrecht van de gemeenschap. Met andere woorden, ze moeten zelf kunnen bepalen hoe ze hun economische ontwikkeling willen aanpakken.

Geen opmerkingen: