dinsdag, april 21, 2009

1492 – Annus horribilis voor Granada

In de oude Andalousische hoofdstad Granada stuit je overal op het jaar 1492. Een echt 'annus horribilis,' ook al beweert de traditionele lezing anders. De merkwaardige opeenvolging van gebeurtenissen die toen plaats vond had niet alleen gevolgen voor de stad Granada maar voor de hele wereld. De loop van de wereldgeschiedenis kreeg er een flinke nieuwe draai door. Vandaag werken de gevolgen van dat jaar nog steeds door in de Zuid-Spaanse stad. Geen bezoek aan Granada zonder een stukje in het moorse verleden te duiken.


Op 2 januari 1492 overhandigde Boabdil, de laatste Moorse koning van het laatste stukje Moors Spanje de sleutels van de stad aan de nieuwe Christelijke machthebbers. De reconquista was daarmee volledig. Ferdinand en Isabella, het katholieke koningspaar van het nieuwe Spanje, gingen door op hun élan. In de lente van 1492 gaven ze hun steun aan een zekere Christoffel Colombus, die hen al maanden stalkte met het uiterst vreemde voorstel om via de Westelijke oceaan een nieuwe vaarroute te vinden naar de rijkdommen van India. Een heel onzekere en risicovolle onderneming waarin het vorstenpaar uiteindelijk toestemde. De roes van de overwinning wellicht? Toen Columbos op 3 augustus vertrok kon niemand bedenken dat hij een volledig nieuw continent zou openleggen als wingewest voor de Spaanse kroon. Op 12 oktober van datzelfde jaar zette Colombus voet aan wal in de Caraïben.

Fundamentalisme

Nog in 1492 werd in Spanje een edict uitgevaardigd dat 400.000 joden het land uit jaagde. Samen met de exodus van de moren naar Noord-Afrika betekende dat een enorme financiële en economische aderlating die Spanje pas in de late 20e eeuw te boven kwam, ondanks de enorme opbrengsten van de kolonies. Terwijl de welvarendste Moren de straat van Gibraltar overvluchtten werden duizenden achtergebleven Moren verplicht zich te bekeren tot het Christendom. Deze 'Moriscos'maakten in opeenvolgende golven van vervolging kennis met het katholieke fundamentalisme. De inquisitie woedde volop en iedereen die niet paste in het beeld van de Inquisitoren kwam in aanmerking voor de repressie.

In Granada startte na de overgave een lange periode van langzaam verval. Als je vanuit de oude stad de Rio Darro stroomopwaarts volgt, daar waar de vallei verdwijnt tussen de uitlopers van de Sierra Nevada, krijg je een idee van de armoede die hier heerste. Na behoorlijk wat klimwerk via de nauwe steegjes en steile trappen van het Albaicín (de oude Arabische wijk) passeer je haast ongemerkt de oude moorse stadsmuur. Welkom in Sacromonte. Hier maken de witgekalkte huizen plaats voor talloze uitgegraven holen in de bergwand. Eén van de vele legendes verhaalt hoe achtergebleven slaven op zoek gingen naar de schatten die hun Islamitische meesters zouden begraven hebben voor hun overhaast vertrek. Ze groeven honderden holen in de steile bergwand maar vonden niets. Totaal berooid, besloten ze te blijven en er hun permanente verblijfplaatsen in te richten. Een leuk verhaal maar waarschijnlijk van geen historische waarde. Toen later Zigeuners zich kwamen vestigen betrokken zij de 'grotten' van Sacromonte. Zij brachten een nieuwe kunstvorm naar Spanje: de flamenco, een Andalusische fusion die in de 20e eeuw Spanje's grootste muzikale exportproduct zou worden, ook al keek de rest van Spanje jaren neer op deze 'zigeuner-muziek.' Nog een buitenlandse gift aan Spanje.

Terug in in het drukke centrum bericht El Pais dat het nationale tv-station TVE werkt aan een nieuwe fictiereeks "Expulsados 1609: la tragedia de los moriscos" over de verdrijving van duizenden bekeerde Moren, die in de 17e eeuw haar hoogtepunt kende. Ook Spanje wil eindelijk in het reine komen met de minder fraaie kanten van zijn verleden.

De erfenis van Al Andaluz

Vandaag de dag floreert het toerisme in Granada, dankzij de Moorse erfenis kan je zeggen, zonder de waarheid geweld aan te doen. Het onvolprezen Alhambra trekt duizenden toeristen per jaar. Al Andaluz is nu een groots marketingargument, niet alleen voor de toeristische diensten van Andalucia maar ook voor propagandisten van een liberale Islam op de hele wereld. Toeristen van overal worden erdoor verleid - de oohs en aahs zijn niet van de lucht wanneer het lange wachten beloont wordt door de muren van virtuoos bewerkt albast en de kostbare mozaïek plafonds van ingelegd hout in het paleis van de sultan, het belangrijkste onderdeel van het Alhambra.

In het discours van Islam propagandisten gaan de namen van de herontdekte folosofen Ibn Khaldun en Averroës de laatste jaren vlot over de tong. Beide kwamen uit Al Andaluz. Ibn Khaldun wordt beschouwd als de grondlegger van de sociologie, Averroës leverde baanbrekend werk in de theoretische filosofie, ze hadden beide een zeer open kijk op religie. In hun teksten zien ze het bewijs dat de liberale, tolerante en intellectueel stimulerende Islam mogelijk is want ze bestond reeds: in het Moorse Spanje van voor de reconquista.

Hedendaagse inwijkelingen uit Marokko kiezen ondertussen meer voor het welvarende noorden van Spanje. Ze schuimen de straten van Barcelona af op zoek naar een beter leven. Andalucia is immers het arme broertje in de Spaanse federatie. Al merk je weinig van die relatieve armoede in de oude binnenstad van Granada waar de recente welvaart ook is doorgedrongen. In de oude wijken hebben slimme nieuwe Moriscos theehuizen geopend waar je in een 1000 en één nacht-achtige omgeving exotische thee's kan degusteren en waterpijp kan roken, iets wat vandaag de dag in Marokko helemaal als ouderwets wordt bekeken maar wat in Granada onder jonge rugzaktoeristen en anderen een echte hit bleek.

In het centrum van de stad daarentegen, daar stroomt het leven in de beste mediterrane traditie, op schaduwrijke straten en pleintjes, onder sinaasappelboompjes, met 'churros con chocalate' en veel geroezemoes. Hoe dan ook, Granada bezoeken is en blijft een verrukking.

Geen opmerkingen: