woensdag, maart 28, 2007

Het verschil exploiteren

Zondagmiddag 4 februari 2007 in het Zuiderpershuis. Landencocktail van Karavaan. Veel volk, verrassend veel volk zelfs voor een buitenstaander die niet tot de familie van de elkaar informerende reizigers behoort. Leuke sfeer, lekkere muntthee en straffe cocktails -blijkt later. In de luidruchtig verwarmde tent staat een debat op het programma over Beeldvorming, met focus op de invloed en verantwoordelijkheid van reality-tv: genre Toast Kannibaal, Peking Express, Stanley's Route. Ik heb erop aangedrongen dat de spiegel ook omgedraaid wordt: welk beeld creëren avontuurlijke reizigers van de wereld waarin ze zich begeven, wat is hun verantwoordelijkheid...

Want laat ons wel wezen: het zijn niet alleen productiehuizen die bewegende beelden de wereld rondsturen, het zijn niet alleen scenarioschrijvers die de realiteit zo regisseren dat ze als een perfect kader rond de eigen heroïsche daden past. Ludo Poppe, baas van Kanakna en bedenker van Peking Express, deed wat van hem verwacht werd. Hij hing een ingewikkeld discours op dat als een kom water voor Pontius Pilatus diende om zijn handen schoon te wassen van elke eventuele verantwoordelijkheid. Reality, betoogde hij, is fictie. De omgeving is een decor dat we regisseren om de enige echte werkelijkheid van de serie -de intermenselijke relaties en de psychologische reacties van de deelnemers- te kunnen tonen. Nu weten we van veel getuigenissen dat ook die reacties en relaties georchestreerd en geregisseerd worden, maar dat wou Poppe niet gezegd hebben. Ook Guy Swinnen -bekend van zijn Scabs en winnaar van de eerste Stanley's Route- vond dat er op dat vlak niet te veel geknoeid werd. Wat de representatie van de eigenlijke werkelijkheid -het decor dus- betreft, daar had Swinnen wel wat bedenkingen bij. Niet echt heel concreet, maar in het algemeen. Poppe bleef erbij dat reality niet over die realiteit ging. Het is wellicht juist, maar het klinkt wel heel Orwelliaans.

Intussen blijft natuurlijk de vaststelling dat de reality-series die zich in exotisch gebied wagen willens nillens een beeld overbrengen van de mensen, realiteiten en culturen bezuiden Algeciras. Het schokeffect van Toast Kannibaal vond ook geen genade in de ogen van Ludo Poppe, die wel heel tevreden was met de werkwijze van Peking Express (straks de Latijns-Amerika Express) waarbij "het decor" gevraagd wordt om de deelnemers gratis op te vangen, te voeden en te transporteren. Dat ze dat gratis doen, komt omdat dat zo hoort in hun cultuur.

En bovendien brengt de productieploeg van Kanakna geschenken mee voor de locals. Geen spiegeltjes, maar T-shirts met de opdruk van het programma waarvoor ze gratis hun medewerking en hun lamsbouten verleend hebben! My mother gave away my food and all I got was this lousy T-shirt. Dat Stanley daar zelf niet aan gedacht heeft. Een karavaan met dertig negers in magenta T-shirts waarop in blauwe letters Stanley's Route prijkt, geniaal toch? En als ze die T-shirts in extra large geleverd hadden, dan was dat probleem van die heidense naaktheid ook meteen opgelost.

Er was gelukkig ook nog een stem uit het behang. Karel Arnaut, antropoloog en werkzaam in de Vakgroep Afrikaanse Talen en Culturen aan de Universiteit Gent, maakte met enige regelmaat kanttekeningen bij de nieuwspraak van Poppe. Arnaut vond, bijvoorbeeld, dat we het niet alleen moesten hebben over het beeld dat de series -of de diaprojecterende en bloggende reizigers- creëren van de andere. Uiteindelijk is het volgens hem zeker zo interessant om ons af te vragen welk beeld we van onszelf creëren. 'We primitiviseren de andere, terwijl we onszelf -de Westerling, over die constructie wordt buiten de grenzen van Europa al snel geen vraag meer gesteld- presenteren als de bij uitstek mobiele passant. De Afrikaan mag niet stedelijk of hedendaags zijn, maar moet primitief en aan de grond gebonden zijn. De westerse deelnemer passeert, verblijft kort en vertrekt dan met dramatische vergezichten, helicopterbeelden en een voorbijgaande traan.'Bij een andere interventie parafraseerde Arnaut de goede oude Karl Marx. Vandaag gebeurt alles driemaal: als drama, als farce en ten slotte als reality-tv. In die laatste categorie hoort volgens Arnaut ook het grootste deel van de toeristische ervaring thuis: de wereld wordt een spektakel dat de honger naar avontuur en exotisme van de toeschouwer -alweer die Westerling- moet stillen.

Tenslotte speelde Arnaut ook met het beeld van de tourist bubble. Wie Club Medgewijs naar verre landen gaat, zit opgesloten in een luchtbel die voor hem of haar gecreëerd wordt en die zorgvuldig de klanken en stanken van de wereld buiten houdt. De avontuurlijke reiziger is niet fundamenteel verschillend, zegt Arnaut. Hij waagt zich dieper het binnenland in, maar heeft evengoed de terugvalpositie van de ambassade of zijn reisbijstandsverzekering als de realiteit iets te letterlijk deel wordt van zijn ervaring. De avontuurlijke reiziger lijkt ook op de deelnemer van bijvoorbeeld Peking Express als hij zichzelf de kunstmatige beperking van een krap reisbudget oplegt. Bij ziekte of tegenslag komen dan toch de quasi onpeilbare middelen boven in de vorm van kredietkaarten of op de onderbuik verstopte harde valuta.Afsluitende opmerkingen van het panel gingen over de vraag of reality shows en toeristische ondernemingen de culturele diversiteit in de wereld vernietigen dan wel versteken annex toegankelijk maken. Ludo Poppe verwees naar ervaringen in Peru, waar lokale ngo's hem verteld hadden dat de enige manier waarop de rijkdom aan indiaanse culturen gehandhaafd kon worden in een wereld van economische globalisering erin bestond de juiste manier te vinden om de culturele eigenheid te exploiteren. Poppe vond de vertaling "uitbuiten" voor exploiteren iets te cru. Uitbaten zag hij wel zitten.

'One way or the other', blijft de vraag of het commercialiseren van culturele gebruiken een juiste manier is om diversiteit te behouden. Misschien is het beter dat de huidige (uit het verleden geërfde) diversiteit verdwijnt in een vloeibare hedendaagse cultuur, dan dat ze gestold wordt in Bokrijkachtige voorstellingen die extra vervreemdend werken omdat ze dienen om buitenstaanders op hun exotische wenken te bedienen. Maar Afrikanen in jeans, dat verkoopt niet op tv, wist Poppe. Het voorstel van Guy Swinnen -een reality programma dat mensen dropt in reële Afrikaanse omgevingen zoals de Zuid-Afrikaanse townships- maakt alvast bij Kanakna geen kans. En volgens Poppe zijn de concurrenten nog veel minder ethisch dan zijn productiehuis. Gelukkig is er in Afrika ook gewoon eigen tv-productie en kunnen wij zo nu en dan eens genieten van bijvoorbeeld Yizo Yizo, een Zuid-Afrikaanse Het leven zoals het is: de secundaire school. Al zorgt de commercialisering van de media in Afrika ook niet echt voor de impuls om betere en meer doordachte tv te maken.

Gie Goris

[Dit verslag verscheen ook in De Karavaan, het ledenblad van de gelijknamige organisatie]

Geen opmerkingen: