vrijdag, mei 30, 2008

“Botswaanse regering doet Bosjesmannen verdorsten”

KAAPSTAD, 30 mei 2008 (IPS) - De toeristen die een geplande lodge in het Wildreservaat van de Centrale Kalahari in Botswana moet aanlokken, zullen vanuit hun luxekamers een prachtig uitzicht hebben over het unieke gebied. Voor de San (Bosjesmannen), de oorspronkelijke bewoners van het gebied, zijn de perspectieven minder rooskleurig. De Botswaanse regering weigert een boorput te heropenen die hen vroeger van water voorzag.

De lodge, een luxeverblijf met 40 kamers, komt in de buurt van Molapo. In de omgeving van die plaats leefden ooit meer dan 1000 San. In het hele reservaat werd het aantal San op ongeveer 5.000 geschat. Maar gedwongen hervestigingen in 1997, 2002 en 2005 deden bijna alle inheemse bewoners uit het gebied verdwijnen. De overheid vond dat de aanwezigheid van de jagers en verzamelaars niet te verenigen viel met het statuut van beschermd natuurgebied dat het Wildreservaat van de Centrale Kalahari heeft. Bovendien zouden hun ontwikkelingskansen beter zijn buiten het reservaat.


Diamanten

Maar volgens de First People of the Kalahari, een organisatie die de San vertegenwoordigt, moesten ze ook verdwijnen omdat in de regio diamanten werden ontdekt. De Zuid-Afrikaanse diamantreus de Beers verwierf een concessie om een site in de buurt van Gope, op 100 kilometer van Molapo, te ontginnen. Vorig jaar verkocht De Beers dat recht door aan Gem Diamonds, een bedrijf uit Londen.

In december 2006 bepaalde het Hooggerechtshof in Botswana dat de verhuizing van de San in strijd was met de wet. De San die in het vonnis genoemd werden, kregen het recht terug te keren naar hun geboortegrond. Volgens Survival International, een actiegroep die het opneemt voor inheemse volken, zijn er sinds eind 2006 een duizendtal San teruggekeerd naar het reservaat.

De Botswaanse overheid bemoeilijkt de terugkeer op alle mogelijke manieren. San die niet bij name vermeld staan in het vonnis van het hooggerechtshof, hebben een speciale vergunning nodig om naar het reservaat in de Kalahari te mogen terugkeren. Die vergunning wordt vaak geweigerd. In April nam de Vluchtelingenorganisatie van de VN (UNHCR) Botswana daarvoor nog op de korrel. De UNHCR vindt het ook ongehoord dat de San niet meer mogen jagen in het reservaat, al hebben hun voorouders dat duizenden jaren gedaan zonder nadelige gevolgen voor het wildbestand. Tot 1990 konden de San op een eenvoudige manier speciale vergunningen krijgen om in het reservaat te jagen, nu is daar een gecompliceerde aanvraagprocedure voor nodig die steevast negatief uitvalt, zegen Survival International.


Water als pressiemiddel

De regering in Gabarone gebruikt ook water als pressiemiddel. De San die teruggekeerd zijn naar de buurt van Molapo, krijgen niet het recht een boorput te heropenen waaruit ze vroeger water haalden. De boorput bevindt zich in Mothomelo, een nederzetting van de San tussen Molapo en Gope. De put werd verzegeld in 2002, na het gedwongen vertrek van de mensen uit de streek. Daarvoor werd het water dat er werd opgepompt verdeeld naar verschillende San-gemeenschappen in het reservaat.

De Botswaanse overheid vindt dat er niets mis is met haar houding. “De mensen die terugkeerden naar het reservaat, werden ingelicht dat de regering er geen openbare diensten levert” zegt Clifford Maribe, directeur Communicatie van het ministerie van Buitenlandse Zaken. “Ze hebben de vrijheid van buiten het reservaat onbeperkte voorraden water aan te voeren voor hun eigen gebruik. Wie zegt dat de regering de San water ontzegt om hen weg te pesten, speelt gewoon op emoties.”


Goede relaties

De bouwheer van de geplande lodge bij Molapo, een Botswaanse dochteronderneming van het Zuid-Afrikaanse Wilderness Safaris, zegt dat ze niet tussenbeide wil komen in het conflict tussen de regering in Botswana en inwoners van dat land. Woordvoerder Keith Vincent zegt dat zijn onderneming goede relaties met de plaatselijke bevolking belangrijk vindt. “We hebben 800 mensen in dienst in Botswana. Op de plaatsen waar we lodges bouwen, hebben plaatselijke bewoners de keuze hun traditionele levenswijze voort te zetten of deel uit te gaan maken van een wereld waar ze een baan en een opleiding kunnen krijgen.”

Volgens Survival International kan Wilderness Safaris er moeilijk onderuit geen standpunt in te nemen. Sommige toeristen zouden wel eens kunnen besluiten weg te blijven als ze horen dat hun verblijf op een plaats staat waar de oorspronkelijke bewoners worden weggepest. Er zijn ook twijfels over de wettelijkheid van de vergunning om de lodge te bouwen. De plaatselijke San zijn er immers niet in gekend.

In heel Botswana leven ongeveer 48.000 San, en in de rest van Zuidelijk Afrika nog eens ongeveer zoveel. Buiten het reservaat, waar ze kunnen vasthouden aan hun traditionele levenswijze, vallen ze vaak ten prooi aan alcoholisme. Ze leven meestal in de marginaliteit en zijn totaal afhankelijk van overheidshulp. Dat is vooral het geval met de San die naar de steden trekken.

IPS(PD, JG)

Geen opmerkingen: